Welcome Down Under / Cairns
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
30 Juni 2017 | Australië, Cairns
De volgende dag stonden we op tijd op, want om 11.00u konden we onze camper ophalen! Dus na een ontbijt met fatsoenlijk bruin brood (OMNOMNOM) hebben we uitgecheckt en zijn we naar de supermarkt gelopen om een voorraadje aan te leggen waar we de komende 2 weken in onze eigen camper ons maaltje van zouden koken. Brood, beleg, groenten, aardappelen, pasta, pastasaus, water, 3 zakken vol met NOMNOM-heid. We waren er helemaal klaar voor om te gaan kamperen. Om 11 uur waren we weer bij Wicked om onze camper op te halen. We kregen een knal geel gedeukt blikje met een peace-teken op de voorkant, cookie monster op de zijkant en de tekst 'Life is hard, harder if you are stupid' op de achterkant. In plaats van een achterbank was er een 2-persoonsbed met daaronder bergruimte en als je de achterklep open zette kon je bij het keukentje achterin. Hier konden we Australië wel onveilig in maken. Na de huidige schade opgeschreven te hebben (wat heel wat was!) en het papierwerk in orde was, konden we op weg. Op naar ons hostel om de backpacks en de dekens op te halen. En daarna door naar het zuiden! Of dat was de bedoeling, maar we zijn eerst terug naar Wicked gereden om het kapotte achterlicht te laten maken. Maar daarna naar het zuiden! De kust af! We hadden 19 dagen om van Cairns naar Sydney te rijden, wat zo'n 4000 kilometer is. Maar onze eerste stop was Townsville, ruim 300 kilometer ten zuiden van Cairns. Ons gebakje (lees: onze camper) was een automaat en reed prima. Mp3-speler aan de radio gehangen voor muziek, tomtom aan en gaan. Prima manier van reizen dit. En al helemaal omdat Australië een heel aantal gratis campings heeft. Dus we hebben ons een gratis camping gevonden net buiten Townsville en zijn daar rond 17.00u aangekomen. De camping was vol, zoals we al verwachtten bij een gratis camping, maar ons blikje pastte nog wel bij 2 andere backpackers op hun stukje gras. Enige nadeel: het regende. Dus in de regen hebben we ons wat thee gezet en daarna het eten gemaakt. Onderweg hebben we de grote bakbeesten van campers die we zagen nog voor gek verklaard, maar als het regent was ons campertje toch wel krapjes. Maar wel goed te doen. Na het eten bouw je de tafel om naar een bed, net gewassen dekens erop en klaar. De camping bestond uit een aantal lappen gras, een wc-gebouw en een speeltuin. De wc's waren verbazingwekkend schoon en ondanks de regen was het niet koud, dus helemaal prima. En als extra'tje zaten er verschillende possums. Dit zijn een soort uit de kluiten gewassen knaagdieren die in bomen leven. Ze zijn zeker zo groot als een kat en zijn net zo geïnteresseerd in jou (of eigenlijk je eten) als jij in hun. Heel schattige dieren.
Onze eerste morgen wakker wordend in ons gebakje (als er 'gebakje' staat bedoelen we de camper) kreeg Tessa haar ogen niet open, omdat deze dicht geplamuurd leken. Haar oren zaten dicht, neus, last van d'r keel. Waarschijnlijk vanwege de overgang van 30+ graden in Indonesië naar slapen in een koud vliegtuig en vervolgens onder de ventilator in het hostel in Cairns. Dus maar aan de thee en keelpastilles. We zouden in Townsville gaan snorkelen in de Great Barrier Reef, maar we besloten maar om door te rijden naar Hervey Bay. Daar zouden we familie treffen, Liz en Rob.
Korte samenvatting van de familiebanden in Australië: Dien, een zus van mijn oma is 60 jaar geleden geëmigreerd naar Australië. Zij heeft daar kinderen, kleinkinderen en ondertussen ook achterkleinkinderen gekregen en met een aantal mensen uit die tak van de familie hebben we nog altijd contact. Onder andere met Liz (dochter van Dien) en haar man Rob, Jacki (ook dochter van Dien) en haar man Les, en Kaycie en Matthew (kinderen van Jacki en Les). Zij zijn al eens naar Nederland gekomen en als er iemand naar Australië gaat (wat buiten de 2 Australië-verslaafden van de familie weinig gebeurd) gaan we ook bij hun langs.
Dus de eerste familie die we zouden treffen waren Liz en Rob. Ze wonen in Hervey Bay, vanwaar je walvis tours kan doen. Dus met dat in ons achterhoofd, en Tessa's extreme verkoudheid, leek het ons verstandig de Great Barrier Reef even te laten voor wat het was. Dus dat hield in dat we rechtstreeks naar Hervey Bay reden. Maar dan in etappes. Dus 2 juli zijn we van Townsville verder langs de kust naar Mackey gereden, een kleine 450 kilometer verderop. Hier waren geen gratis campings in de buurt, dus hebben we ons een betaalde camping gevonden. Ook hier weer waren de wc's schoon, was alles netjes en, veruit het belangrijkste, waren de mensen extreem vriendelijk. Dit is iets wat ons overal opviel. Zelfs als je je benzine af gaat rekenen is het heel normaal om even een gesprekje te hebben met de cassiërre. Terwijl je boodschappen afrekent: How's it going? Good, you? Yeah good, good. Lovely weather today, isn't? Yeah really nice. Iedereen is aardig. Onvoorstelbaar. Zelfs als er een rij wachtende achter je staat.
Vanuit Mackey zijn we vervolgens naar Gladstone gereden. Nog steeds langs de kust op, en nog steeds door heel mooi, steeds veranderend landschap. In het eerste stuk vanuit Cairns zag je veelal sugarcane velden, maar vanaf Mackey was het merendeel bossen en velden. Heel mooie omgeving. In Gladstone stonden we weer op een gratis camping. Deze was, net als de gratis camping van 2 dagen geleden, schoon en goed verlicht. Het enige verschil was dat de possums plaats hadden gemaakt voor een huntsman spider. Dit is een spin die groter is dan mijn open gespreidde hand. Of zoals Tessa zei: ' ER ZIT EEN GIGANTISCH MONSTER BIJ DE WC'S!!'. Uiteraard moest hij bij de vrouwentoiletten zitten, maar gelukkig zag Tessa hem pas nadat ze van de wc af kwam. Wat met een gil duidelijk gemaakt werd aan iedereen op de camping. Met wat moed in praten en, moet ik toegeven, wat uitlachen, heeft ze het uiteindelijk aangedurft om onder de spin, die op het plafond zat, door te rennen. Wel met de nodige bescherming van een cappuchon en heel diep bukken, maar ze is aan het gigantische beest ontsnapt.
Het laatste stuk naar Hervey Bay, zo'n 300 kilometer, hebben we 4 juli in een halve dag gereden. Dit was, ondanks het mooie landschap, het minst leuke stuk om te rijden, want er lagen om de zoveel meter aangereden kangaroo's langs de weg. We hadden er wel al eerder gezien, maar op dit laatste stuk was het nog erger. We hoorden bij Liz en Rob dat dit gebeurd in tijden van droogte. Want het beetje regen dat er dan valt stroomt van de weg af en zorgt dat het gras langs de weg in verhouding beter groeit dan het gras verder van de weg af. Hier komen de kangaroo's dan op af met alle gevolgen van dien. Maar we waren in Hervey Bay. Op naar het eerste familiebezoek.
Foto's: NotAllWhoWanderAreLost7.waarbenjij.nu
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley