Palan, palan! / Bukit Lawang - Reisverslag uit Bukit Lewang, Indonesië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu Palan, palan! / Bukit Lawang - Reisverslag uit Bukit Lewang, Indonesië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu

Palan, palan! / Bukit Lawang

Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa

02 Juni 2017 | Indonesië, Bukit Lewang

'Welcome to Indonesia!' Was het eerste bord dat we zagen toen we met de boot aankwamen in Dumai. Terwijl we van boord gingen, nog steeds onder de volle belangstelling van iedereen aan boord, werden onze backpacks afgeladen en in het midden van een groep ongeduldige mensen gelegd die ook net uit de boot gekomen waren. Ze keken niet naar onze backpacks maar bleven naar de plank kijken die aan een kant op de kade lag en aan de andere kant op de rand van de boot. Via deze plank werd de bagage een voor een naar de kade geschoven en bij onze backpacks gelegd. Al haalden de meeste koffers dat niet, want dan was er al een paar handen die hem meenam. Na onze backpacks geclaimd te hebben en 2 dragers 'nee' verkocht te hebben liepen we naar de douane. De douanier was heel aardig en we kregen zonder problemen een aankomst-stempel in ons paspoort. De extra papieren die we geprint hadden bleken totaal overbodig. En zo waren we het laatste land binnen van onze over-land-reis van Nederland naar Komodo. Al zullen we nog wel doorreizen met vliegtuig na Indonesië. Vanuit Dumai wouden we naar het noorden, naar Bukit Lawang. Dit is een klein plaatsje tegen het Gunung Leuser National Park aan in Noord-Sumatra. Hoe we daar precies moesten komen wisten we niet, want de manieren van reizen op Sumatra zijn online heel moeilijk te vinden. Wel hadden we gevonden dat het vervoer op Sumatra heel langzaam was. Dus we hadden besloten het ter plekke te regelen in Dumai. Buiten de haven stond een groep tuktuks iedereen op te wachten. 'Welkom terug in Azië' dachten we, want tuktuks kennen ze niet in Maleisië. De eerste man die ons aansprak, een van de weinige die Engels sprak, wou ons graag helpen. Hij zei dat we een bus naar Medan moesten pakken en daar over moesten stappen op een bus naar Bukit Lawang. Hij kende wel iemand met een tuktuk om ons naar het busstation te brengen, uiteraard. Dus na de prijs afgesproken te hebben stapten we de tuktuk in. Tuktuks in Indonesië zijn brommertjes met overdekte zijspan met net genoeg plaats voor 2 personen. Of als je flink propt 2 personen en 2 backpacks. Zo reden we in een kwartiertje via een pinautomaat naar het busstation. Daar betaalden we de tuktukchauffeur en die vertrok. Maar het Engels sprekende mannetje was er nog wel. Die was op z'n eigen brommer meegereden. Dus die zou wel geld willen zien, dachten we. Hij hielp bij het boeken van de bus, al kon de medewerkster die de kaartjes verkocht ook prima Engels. Het was toen 12.30u en onze bus ging om 20.00u, dus hebben we het mannetje gezegd dat hij kon gaan. Hij vroeg inderdaad om geld, maar op een veel vriendelijkere manier dan verwacht. Hij zei dat we hem wat mochten geven, of niks, net wat we zelf wouden. En met het bedrag dat wij voorstelden was hij ook tevreden. Hij kon zelfs wisselen, want we hadden nog geen Indonesisch kleingeld. Als dit de standaard zou zijn in heel Indonesië, dan zijn Indonesiërs de vriendelijkste mensen tot nu toe. We hadden nog een halve dag wachten voor ons met 's avonds een busrit van 10 uur, dus we hebben ons een hoekje gezocht in het busstation met stopcontacten waar we konden zitten. Op een keer gaan eten en even onze benen strekken na hebben we daar de volgende 7,5 uur gezeten. Om 19.50u werden we opgehaald door een busje. Of het was ooit een busje geweest. Het was een busje waarvan de duktape versleten was. Daarmee wil ik zeggen dat de achterruit er niet meer in zat, deze met een stuk plastic vervangen was en dat de duktape waarmee dat plastic vast zat aan vervanging toe was. Het was een wonder dat het ding nog startte. Na even met bewondering te hebben staan kijken naar dit met-de-roest-aan-elkaar-hangende stuk blik hebben we onze backpacks achterin gelegd, waarbij de ruitloze achterklep met een balk opengehouden werd. Deze werd dicht gedaan en met een touw aan de trekhaak werd voorkomen dat die weer openging onder het rijden en zo waren we onderweg naar de 'big bus', waarmee we naar Medan zouden gaan. We wisten niet waar de 'big bus' zou staan, maar achteraf was de ophaalservice niet nodig. Want de bus bleek bij de buren te staan. De kaartverkoop zat letterlijk naast de 'big bus'-parkeerplaats, dus lopen was sneller geweest dan de backpacks in het roestige busje laden. Bij het kopen van de bustickets zeiden ze dat er normale en grote stoelen beschikbaar waren, maar geen bedden. Dus hadden we maar voor de grotere stoelen gekozen. Eenmaal in de big bus bleken deze inderdaad groot te zijn. Het was een bus met grote sofa's in plaats van normale stoelen. Sofa's die ook nog eens bijna platgelegd konden worden met voetensteun, dekens en kussens. Dat was nog eens een fatsoenlijke bus! Dus zo lagen we ingepakt onder de dekens voor de komende 10 uur. Nadat we ons geïnstalleerd hadden, startte de buschauffeur de motor waardoor de muziek ook aan ging. Meteen keken we elkaar verbaasd aan en schoten we in de lach. Dan lig je in Indonesië in een nachtbus en wat voor muziek hoor je? 'Du bist alles was ich habe auf der Welt! Du bist alles was ich will! Du!'

De volgende dag (3 juni) kwamen we om 06.00u minder uitgeslapen dan verwacht aan in Medan. De buschauffeur bleek een neiging tot noodstops maken te hebben, waardoor we om de zoveel tijd onder onze dekengrot uit schoven. Eenmaal op het busstation in Medan hebben we wat gegeten in een klein eettentje waar ze geen Engels konden, dus het China-gevoel was er weer even. Hij begreep ons niet, wij hem niet, maar 10 minuten later hadden we noodles, groente, water en oliebollen. Voor degene die er overheen gelezen hebben: en oliebollen! In Indonesië! We hebben al 3 keer oud-op-nieuw gevierd dit jaar en nog geen oliebol gezien, maar nu wel! NOMNOMNOM!! Na het ontbijt zijn we, weer via een tuktukchauffeur die ons hielp, naar een ander busstation gebracht vanwaar de bus naar Bukit Lawang zou gaan. Hij dropte ons langs de weg bij een rijtje busjes en wenkte een groepje mannen die daar stonden. Even later zaten we op een bankje langs de weg te wachten op een busje waarvan het groepje zei dat die daar langs zou komen. We weten niet hoe het systeem werkt, maar een kwartier later stopte er inderdaad een busje waar iemand uit het raam 'Bukit Lawang' riep. Dus wij daar ingestapt en zo waren we onderweg naar onze bestemming. 3 uur van gedeeltelijk fatsoenlijke wegen en gedeeltelijk stuiteren later kwamen we op het busstation van Bukit Lawang aan. Ons hotel had de dag daarvoor gemaild dat we opgehaald zouden worden, dus er stonden 2 mannen, waarvan er één Yusuf heette, met een naambordje ons op te wachten. Met hen zijn we per tuktuk naar ons hotel gegaan. Yusuf vroeg meteen al wat onze planning was in Bukit Lawang en leek heel blij met het antwoord 'jungle trekking'. Het hotel bood natuurlijk verschillende tours aan en voor we het wisten waren we de opties voor tours met hem aan het bespreken. Hij kende trouwens alleen mijn naam, omdat we op die naam geboekt hadden, maar begreep niet dat Jacobs de achternaam was, dus hij noemde consequent Jacob. Tessa's naam was heel moeilijk dus dat werd 'wife'. Na even rustig en zonder Yusuf wat gegeten te hebben besloten we zijn 2-daagse trekking te boeken die de volgende dag vertrok. Daarna hebben we een rondje gelopen door Bukit Lawang, wat niet meer is dan 2 rijen huizen aan weerskanten van de rivier. Over de rivier verbinden een aantal loopbruggen de ene kant met de andere. Voorbij de huizen zijn aan beide zijden volledig begroeide bergen. Een kant is het Gunung Leuser National Park. Daar zouden we de volgende dag 6 uur gaan wandelen (lees: klimmen) naar een kamp, waar we sliepen en de volgende dag in weer 6 uur terug zouden gaan. Maar eerst een nachtje in Bukit Lawang slapen. Ons hotel was 'budget', wat inhield dat er geen douche was. En als er iets is waar je na een nachtbus behoefte aan hebt (buiten een fatsoenlijk bed), dan is het een douche. Maar met het bakje en een kraan kan je jezelf ook aardig opfrissen. En dat vonden Fred 4 en 5 ook. Fred is de naam die we aan kakkerlakken geven die op onze kamer zitten. 4 en 5 zijn daarbij trouwens maar een willekeurige getallen, want we zijn de tel kwijt.

4 juni begon onze trekking met het niet aantreffen van Yusuf op de afgesproken tijd en plaats. Sterker nog, het restaurant waar we af zouden spreken was dicht. Dus de hele tirade voorbereidend die we gingen houden tegen de eigenaar van het hotel over hoe we ons geld kwijt waren zijn we naar een ander restaurant gegaan voor ontbijt. Daar hebben we Yusuf een bericht gestuurd waar we zaten, nog zonder tirade. En hij reageerde meteen dat hij eraan kwam. 5 minuten later was hij er en nadat ons ontbijt op hadden liep hij mee naar het restaurant waar we eigenlijk hadden afgesproken, waar onze gidsen al op ons zaten te wachten. Dus wij voelden ons heel schuldig dat we zo negatief bezig geweest waren over Yusuf. Yusuf zei dat hij geen andere geïnteresseerden had kunnen vinden voor de tour, dus kregen we een prive tour. Prima wat ons betreft. Dus om 09.00u liepen we aan, vanuit het dorp de rubberplantage in die net buiten het dorp lag. Hij legde ons uit hoe rubber geoogst werd en vervolgens liepen we door naar het nationaal park, dat meteen achter de plantage begon. De overgang van de plantage naar de jungle was vrij abrubt, want vanuit de vrij open plantage zag je een muur van groen. Deze muur was het nationaal park. Vanaf daar was de begroeiing zo dicht dat er veel minder licht op de grond kwam. Het was van daaraf ook veel lastiger om op je benen te blijven staan. Want paden zijn er geen, alleen platgelopen bladeren die aangeven dat er al eerder mensen langs zijn gekomen. Het was daarom ook vaak dat een van de gidsen riep: 'Palan, palan!'. Wat betekend 'langzaam, langzaam'. Want niet alleen wij maar ook de gidsen zijn meer dan eens onderuit gegaan. Zo liepen we een uur door voor een van de gidsen, Andi, stopte en wees. Even verderop hing een oerang utang in de boom met een kleintje op haar buik en nog een jonge in een tak naast haar. Heel mooi om te zien en een goed begin van de trekking. Na even gekeken te hebben liepen we door. Rond 11.00u stopten we voor wat fruit, dat de andere gids bij had. Verse passievrucht, banaan, ananas en manderijn. Terwijl we daar zaten wees de 2e gids, waar we de naam van kwijt zijn, naar een boomtop. Al snel zagen we 2 gibbons hangen, hoog in de boom. 2e aap voor het gezien-lijstje. En de 3e volgde snel, want nog in diezelfde pauze vroeg Andi of we nog een aap wouden zien. Ja, natuurlijk. Hij knikte naar een positie achter ons, waar op 5 meter afstand heel kalmpjes een aap langs liep. Het leek op een baviaan. Dus zo hadden we al 3 aapsoorten gezien. Na de fruitpauze liepen we door, maar binnen 5 minuten stonden we weer stil, dit keer kijkend naar een moeder oerang utang met kleintje in een boom op nog geen 20 meter afstand. Haar naam was Djeeki vertelde Andi ons. Een van de 30 oerang utangs die in dit gebied uitgezet waren. Je mocht niet te dicht in de buurt komen, want Djeeki had nog wel eens de neiging tot knuffelen en niet meer loslaten. Wat heel schattig klinkt, maar als je de enorme armen van het dier zag was het schattige er snel vanaf. Even later kwam er een kleinere oerang utang, de zoon van Djeeki naar beneden om te kijken wie er naar hem stonden te staren. Dit was het teken voor ons om door te lopen. Daarna zijn we doorgelopen naar het kamp, met nog een pauze voor nasi en fruit onderweg. Het kamp bestond uit 2 bamboo tenten met zeilen als dak, langs de rivier. De ene was om te koken, de andere om in te slapen. In de slaaptent lagen 3 2-persoons matrassen op een zeiltje op de grond. Of Andi noemde het matrassen, wij zouden het picknick kleedjes noemen. Ze waren in ieder geval niet dikker dan het zeil dat er onder lag. We hebben ons even opgefrist in de rivier en zijn daarna bij de rivier van de omgeving gaan genieten, waarbij we nog een kleine aap in de boom zagen zitten. Verder stikte het er van de vlinders. Al met al een hele mooie plek, al is dat van iedere willekeurige plek in het nationale park te zeggen. 's Avonds heeft Andi ons het kaartspel '7 of Diamonds' geleerd en hebben we zitten kaarten. Rond 19.00u kwamen de 2 mannen die al op het kamp aanwezig waren de slaaptent binnen met het eten. En het was meer dan wat we hadden verwacht bij het zien van de tent met een wokpan op 3 grote stenen met daartussen een houtvuurtje. We aten rijst, gekruide aardappelen, gewokte tofu met sojabonen, gewokte groente, kroepoek, vispannetje en kippenpoten in saus. En op de aardappelen en de kroepoek na allemaal warm. Zo hebben we samen met onze 2 gidsen en de 2 briljante koks gegeten bij kaarslicht, want de zon was ondertussen onder en er was geen licht buiten 3 kaarsen. Na het eten hebben we nog zitten kaarten en zijn we om 22.00u naar bed gegaan. Of 'naar zeil gegaan' eigenlijk, want een bed was het niet.

Verbazingwekkend genoeg hebben we nog best aardig geslapen, ondanks de harde 'bedden'. Het geluid van de jungle zal daar wel aan bijgedragen hebben. 's Morgens kregen we geroosterde toast met omelet, komkommer, sla en tomaat, wat ons vermoeden versterkte dat er stiekem een volledige keuken onder het 2 bij 2 meter bamboo tentje zat. Hierna zijn we op blote voeten verder gegaan met de jungle trekking. Op blote voeten omdat het eerste half uur paralel ging aan de rivier. Wat hier betekent door de rivier. Dus met onze bergschoenen in de hand en opgerolde broekspijpen gingen we op weg. Tijdens dit stuk kwamen we er opnieuw achter hoe fijne bergschoenen we eigenlijk hebben. Wat geen overbodige luxe is in de jungle. Of in ieder geval voor ons, want beide gidsen liepen op rubber sandalen. Die in ieder geval het voordeel hadden dat je er zo mee de rivier in kan lopen. Op de terugweg hebben we 'maar' 2 dieren gezien. De eerste as bij de 2e fruitpauze. Het was een grote neushoornvogel die we tussen de boomtoppen zagen vliegen. Prachtige vogels zijn het. En de 2e was een oerang utang. Maar deze zat niet in de boom, maar midden op het pad. En vond ons interessant en kwam ons dus tegemoet. Dus in plaats van het 'palan, palan!' was het nu 'quick, quick!' terwijl we wegliepen voor deze bonk spieren. Terwijl we terug liepen kwamen we een groep van 6 toeristen met 3 gidsen tegen, die ook meteen omdraaiden. Op gegeven moment zei Andi dat we nog sneller moesten, wat voor wat lichte paniek zorgde bij een Britse toerist die vervolgens 3 man voorbij rende en uitgleed. Waana hij weer in de rij mee terug liep. Na 5 minuten van teruglopen konden we stoppen, want de gidsen hadden een 'trick' gedaan. Deze hield grofweg in dat ze fruit weggooien waar de oerang utang achter aan gaat, waarna je snel langs moet lopen. Zo konden we allemaal verder over het pad, al bleef iedereen ongemakkelijk om zich heen kijken. Een stukje verder stopten we opnieuw. Na gevraagd te hebben waarom was het antwoord 'Mina'. Mina was een agressieve mannelijke oerang utang van 80 kilo die al 30 gidsen had gebeten. Maar met nog een 'trick' was dat zo wel opgelost, geen zorgen. Zo hebben we daar een kwartier gewacht tot er een andere groep uit een ander pad kwam die ons vertelde niks gezien te hebben. Dus daarmee hadden wij het groen licht om door te lopen. De volgende, en laatste, 3 uur van de trekking hielden we onze ogen open voor dieren, maar op een minder ontspannen manier dan voor we de oerang utang op het pad zagen. Al bedachten we ons ook dat het niet gezien hebben van Mina waarschijnlijk juist bijdroeg aan ons angstaanjagende beeld van hem. Rond 17.00u kwamen we weer aan in Bukit Lawang, maar niet voor weer onze schoenen uit te moesten doen om de rivier over te steken. Maar dit deel was iets dieper, dus uiteindelijk stonden we met een tot halverwege onze bovenbenen natte broek aan de andere kant. Eenmaal terug bij ons hotel waren we nat, hongerig en blij dat we terug waren, maar de jungle trekking was wel echt heel erg de moeite waard geweest! We snappen dat veel toeristen naar Bukit Lawang komen voor de jungle, want het is echt heel bijzonder hier! Voor we afscheid namen vroegen we Andi en gids nummer 2 (echt slecht dat we zijn naam vergeten zijn!) of ze ons konden helpen met het boeken van vervoer naar Jakarta waar we de volgende dag heen wouden gaan. We wisten dat het met de bus 36 uur zou zijn en dat er misschien een boot zou gaan, dus we waren benieuwd naar hun mening. Maar het reisbureau'tje waar ze ons heen brachten wist alleen dat de boot de volgende dag om 10.00u zou gaan. Hij kon ons niet verrder helpen en zei ons naar Medan te gaan voor meer informatie. Maar voor we dat zouden doen moesten we eerst wat eten. Dus we namen afscheid van Andi en gids nummer 2 en zijn wat gaan eten. In het restaurant hadden ze wifi, dus hebben we de boot nog maar eens opgezocht. De maatschappij is het door de Indonesische overheid gerunde Pelni. En die schenen een tamelijke reputatie te hebben bij backpackers, en dat is niet positief. Er is zelfs sprake van een 'Pelni ervaring', wat neerkomt op de E-klasse, ofwel economy klasse, ofwel met 200 man op één slaapzaal op een schip. De tocht van Belawan, de dichtstbijzijnde haven, naar Jakarta zou 6 juni om 10.00u vertrekken en 8 juni om 18.00u aankomen, dus 56 uur. Het alternatief was 36 uur aan een stuk in de bus naar Jakarta. Vliegen doen we niet. Wij hadden al een slaaptekort en behoefte aan rust, dus beide opties leken eigenlijk geen opties. Tot we zagen dat er ook 2-persoons hutten waren op de Pelni schepen. Hierdoor zou de 56 uur geen opoffering zijn, maar een ideaal rustmoment. Dus met een we-moeten-deze-boot-halen-instelling hebben we onze backpacks opgehaald en zijn we per tuktuk naar het busstation gegaan. Hier kwamen we er achter dat er geen bus meer ging, alleen een taxi. Maar om de boot te halen moesten we die dag nog naar Medan, wat een kleine 3,5 uur verderop lag. Dus we hebben van ellende een taxi gepakt naar Medan. We reden om 17.45u aan en zijn net na 21.00u bij een guesthouse afgezet. Hier hebben we weer gevraagd naar een plaats om tickets te kopen, maar alles was al dicht. Daarbij leek de vrouw achter de receptie er niet van op de hoogte dat er een boot ging. De haven in Belawan kende ze gelukkig wel en ze wou ons er wel heen brengen de volgende morgen. Dus zo lagen we 's avonds (na eindelijk gedouchet te hebben!) in bed zonder bootticket, maar met goede hoop voor de volgende dag.

6 juni ging de wekker om 05.45u, waarbij Tessa d'r eerste reactie was om rechtop in bed te gaan zitten en met haar slaapdronken hoofd stellig te verkondigen dat we te laat waren. Waarop ik met mijn slaapdronken hoofd naar mijn backpack greep om hem overhaast vol te stoppen met wat er ook maar in de buurt lag, want we moesten de boot halen. Dit tafereel duurde gelukkig maar 2 seconden voor we beiden niet meer slaapdronken waren en ons realiseerden waar we waren, wat we aan het doen waren en vooral hoe stom we bezig waren. We slikken weer malariapillen en die kunnen invloed hebben op je slaap, maar deze uitwerking is nieuw voor ons. Na onze spullen ingepakt te hebben zijn we in de receptie gaan wachten op de receptioniste die ons weg zou grengen. We zouden 06.30u aanrijden, waardoor we om 07.30u bij de haven zouden zijn. Om 08.00u moest je inchecken, dus dat gaf ons een half uur om tickets te kopen. Prima planning, maar toen we pas om 06.45u aanreden keken we elkaar aan met een blik van dit-wordt-krapjes. Toen de man van de receptioniste, die reed, ook nog een sapstengel bleek te zijn (lees: hij had het gaspedaal nog niet gevonden), wisten we helemaal niet meer of we het zouden halen. Eenmaal in Belawan hadden ze nog een kwartier nodig om de haven te vinden. Zo was het 08.15u voor we bij een schip uitstapten dat hoog boven de 2 etages van het incheckgebouw uit torende. We wisten dat het een grote boot zou zijn, maar dit was een Titanic 2.0! Oke, misschien geen Titanic, slecht voorbeeld, maar je snapt wat ik bedoel. Na uitgestapt te zijn stonden er meteen 10 man om ons heen die onze tassen wouden dragen of ons tickets wouden verkopen. Dit laatste was een hele opluchting, want dat betekende dat er nog beschikbaar waren en dat we nog optijd waren. De receptioniste zei dat we nooit meer moesten betalen dan de prijs die op de website stond plus 2 euro boekingskosten en ze wees op één man waarvan ze zei dat we naar hem moesten luisteren. Deze zei dat één van ons met hem mee moest gaan naar de ticket office en de ander hier moest wachten. Een beetje wantrouwend is Tessa ergens met de spullen gaan zitten en ben ik bij hem achter op de brommer meegegaan. Backpacken is mensen vertrouwen. Hij bracht me naar het officiële Pelni ticket office, waar ik om een hut voor 2 personen vroeg. Deze was nog beschikbaar. De prijs was alleen 15% hoger dan wat het moest zijn. Gelukkig had ik een foto van de website met de prijzen bij. Ze zeiden dat dat de oude prijzen waren en de nieuwe prijzen hoger waren. Wat onzin was, want we hadden die morgen nog de prijzen opgezocht. Dus zelfs nog in het bureau van een staatsbedrijf moest afgedingd worden. Dit lukte vrij aardig, dus uiteindelijk zat ik weer op de brommer met 2 tickets die een heel eind net zo duur waren als volgens de website. Eenmaal terug bij Tessa, die belaagd werd door verkopers, hebben we de backpacks weer opgedaan, hebben we water ingeslagen (het enige dat niet bij het ticket inbegrepen was) en zijn we naar het incheckgebouw gegaan, ons nog steeds verbazend over het grootte van schip dat er bovenuit stak. Het inchecken ging heel snel en 10 minuten later liepen we de slurf door, het schip op. We hadden het gefixt: op een relaxe manier naar Jakarta te reizen en daar nog uitgeslapen aan te komen ook. We hadden er zin in! Jakarta, here we come!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Bukit Lewang

Wereldreis

Here goes :)!

Recente Reisverslagen:

24 Oktober 2017

Oostende

19 Oktober 2017

Disney!!! / Parijs

12 Oktober 2017

Party ohne ende 3.0! / Alcudia

08 Oktober 2017

Iets met Gaudi / Barcelona

07 Oktober 2017

220 meter / Tenero
Daan en Tessa

Actief sinds 16 April 2016
Verslag gelezen: 281
Totaal aantal bezoekers 143540

Voorgaande reizen:

16 April 2016 - 26 Oktober 2017

Wereldreis

Landen bezocht: