Touren tot de motor rood ziet / Phu Quoc - Reisverslag uit Ðảo Phú Quốc, Vietnam van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu Touren tot de motor rood ziet / Phu Quoc - Reisverslag uit Ðảo Phú Quốc, Vietnam van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu

Touren tot de motor rood ziet / Phu Quoc

Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa

20 Januari 2017 | Vietnam, Ðảo Phú Quốc

20 januari zagen we rond 19.30u in de verte de eerste lampjes van Phu Quoc eiland dichterbij komen vanaf de ferry. Daarom hebben we onze twee kleine rugzakken weer achter op de motor geknoopt. Het bleek nog zeker een half uur te duren voor we echt van boord konden, want de haven (lees: bouwplaats) was nog niet klaar wat betekende dat het enige licht het zoeklicht van de ferry was. Als vuurtoren flitste deze op en neer, zoekend naar de kade. Toen we uiteindelijk aangemeerd waren konden we via een ongelijke zandweg het eiland op, in het donker. Binnen 100 meter was een huis waar tafeltjes en stoeltjes buiten stonden. Daar zijn we gestopt voor een kom noodles. Maar we kregen meer dan noodles, we kregen noodles met een vriendelijke lach van de oudere vrouw en handkusjes van haar schattige kleindochter op haar arm. Echt heel leuk! Vervolgens zijn we naar het dichtstbijzijnde dorpje gereden, waar we een hostel gevonden hadden. Met wat zoeken hebben we het gevonden, hebben we ingecheckt en lagen we binnen de kortste keren te slapen op de zachte kingsize bedden.

Onze eerste volle dag op het eiland (21 jan) begon met broodjes ei en een kop thee in het hostel. Daarna hebben we de ferrytickets terug naar Ha Tien (vasteland Vietnam) geboekt voor twee dagen later en zijn we naar Duong Dong gereden. Dit is de grootste stad op het eiland, wat niet veel zegt want het eiland is grofweg zo groot als Texel. Maar Duong Dong is groot genoeg om verschillende hotels, restaurants en snorkel/duikscholen te hebben. Via een van die duikscholen hebben we een snorkeltour geboekt voor de volgende dag. Daarna zijn we via de noord-west kant door het nationale park gereden. Qua natuur is het nationale park heel mooi, maar qua dieren was er helemaal niks te zien op een verdwaalde hond na. Dit komt waarschijnlijk omdat het nationale park, dat de helft van het eiland beslaat, opgedeeld is in een gedeelte dat voor toeristen toegankelijk is en een deel dat dit niet is. Dus als ik een olifant zou zijn, zou ik in het niet-voor-toeristen-toegankelijke-gedeelte gaan zitten. Maar de stoffige paden met rood zand maakten wel voor een mooie rit door de natuur. We zijn wel net op tijd, of eigenlijk net te laat, op Phu Quoc, want in het noorden van het eiland zijn ze bezig met de bouw van VinPearl. Dit is een pretpark, hotel, spa, waterpark en safari in één. En zoals meestal bij dit soort projecten, kost dat een hap uit het nationaal park. Daarvoor in de plaats zijn er velden van exact dezelfde vakantiebungalows neergezet. 'Vooruitgang' noemen ze dat. Een stuk van de kust af, weg van de bouwwerkzaamheden en meer richting het midden van het nationaal park was een hostel waar we geslapen hebben. Dit hostel bestond uit een boerderij waar ze fruit teelden, bijen hielden, een stuk nationaal park beschermden en voorlichting gaven over ecologie. En wat past daar beter bij dan slapen in een tentje. Dus wij kregen een eigen tentje ergens op hun terrein, tussen de bomen en midden in de natuur. Het volgende tentje stond zo'n 100 meter verderop, dus je had het gevoel alleen in het nationale park te slapen. En voor als je dan nog het idee had dat je te weinig dieren om je heen hoorde, kon je altijd in het restaurant puppies gaan knuffelen, want daar renden er 10 rond. Die hadden het hele terrein van het hostel als hun puppy-paradijs, maar hingen meestal bij het restaurant rond, wachtend op een aai of knauwend op de broek van het volgende toevallig langslopende slachtoffer. Hier hebben we 's avonds gegeten en pupjes geknuffeld. Vooral het pupje dat op gegeven moment in op Tessa's schoot lag te dromen was heel aandoenlijk.

De 22e ging onze wekker om 06.15u af. Slaperig, maar omringd door de geluiden van het nationaal park stonden we op uit onze tent. Daarna zwemkleding in een rugzak gegooid, ons ontbijt als take-away meegenomen en met de motor terug naar de duikschool in Duong Dong, 15 kilometer verderop. Daar ging om 07.30u onze snorkeltour. Deze bestond uit vrijwel alleen maar buitenlanders, zelfs de begeleiders van de duikers waren Europeanen (een deel van de groep ging duiken en een deel snorkelen). Als reden hiervoor gaven ze dat Vietnamezen niet konden zwemmen. De snorkeltour ging naar Turtle Island, een klein eilandje (5 bij 5 meter) voor de kust van Phu Quoc, wat omringd was met koraal. Het eiland heette trouwens Turtle Island omdat hier in september 1976 één zeeschildpad gezien is, die vervolgens nooit meer teruggekomen is. Het snorkelen was heel mooi, er zaten verschillende soorten kleurrijke vissen, waarvan we de namen niet kennen, en veel verschillende soorten koraal. De diepte varieerde van 2 tot 6 meter, dus voor snorkelen waarschijnlijk geschikter dan voor duiken. Op de boot kregen we drinken en wat snacks. Deze snacks bestonden onder andere uit vers gevangen zee-egels. Dit bevestigde voor ons wat we al eerder gelezen hadden. Namelijk dat de Vietnamezen zich weinig tot niks van natuurbehoud aantrekken. Zo worden ankers van snorkelboten op koraal uitgegooid, ondanks dat dat koraal de hele reden is dat de boten er heen varen. Ook is er de gewoonte van vissen met dynamiet, wat niet alleen de vissen doodt, maar ook de rest van wat er onder water leeft. Dat de bemanning van een duikschool-tour zee-egels vangt pastte precies in dat lijstje. We realiseerden ons later pas dat het nog-in-aanbouw VinPearl resort/spa/safari/waterpark/pretpark alles aanbiedt (of aan gaat bieden) behalve snorkel trips. Dat zal ook niet zonder reden zijn. Na de snorkeltrip, die al met al toch zeker de moeite waard was, zijn we gaan lunchen bij een klein 5*-restaurantje in Duong Dong. Vervolgens zijn we naar een waterval net buiten de stad gereden. De rit hierheen was mooi over meer rode zandwegen, maar eenmaal daar bleek de waterval droog te staan. Beetje jammer, maar evengoed mooie omgeving. Tenminste, als je om de vuilnisbelt heen keek die een paar Vietnamezen met een picknick aan het maken waren. Het was ondertussen 17.00u, dus zijn we weer in Duong Dong gegaan om te eten. Dit was de 3e keer dat we Duong Dong in reden en steeds opnieuw realiseerden we ons dat we blij waren met ons tentje in het nationaal park. Ons beeld van Duong Dong: het bestaat uit restaurants (waar de volledige inhoud van de zee verkocht wordt), hotels en vooral veel bars. Ideale plaats als je wil slapen en drinken, maar niks voor ons. Dus om 19.00u reden we in het donker terug de rimboe in, op naar onze tent, de puppies en 2 glazen vers geperst ananas-dragon fruit-sap.

Op onze laatste dag in Phu Quoc (23 jan) hebben we een ontbijtje van noodles gehad tussen de pupjes. Daarna onze (voor de verandering weinige) spullen op de motor geknoopt en afscheid genomen van ons leuke hostel. De man die ons uitzwaaide (ja, we werden echt uitgezwaaid) stond heel raar te kijken toen Tessa voor op de motor stapte. Het beeld van een vrouw die rijdt met een man achterop is ook hier niet normaal, schijnbaar. Vervolgens op naar het noorden, dwars door het nationaal park, naar de noordkant van het eiland. Om van daaruit langs de oostkust naar het zuiden te rijden, naar Ham Ninh, van waar om 15.30u onze boot terug naar Ha Tien ging. De weg was zoals verwacht: ongelijk, ruig en een mooie laag rood zand op de motor achterlatend. Het was zeker 1,5 uur stuiteren voor we de bush-bush achter ons lieten en we in Ham Ninh aankwamen. Hier hadden we nog 1,5 uur om een laatste keer Vietnamese dong te pinnen en wat te eten. Daarna terug naar de nog-steeds-in-aanbouw haven, waar we de tickets terug naar Ha Tien gekocht hebben. Onder volle aandacht van de andere wachtende zijn we daar gaan zitten, wachtend op de 'Thriving 5', onze ferry. We waren de enige niet-Vietnamezen, ondanks dat de ferry vrijwel vol was. En buitenlanders + motor = foto moment. Dus we zijn heel wat op de foto gezet. De boottocht bestond uit film kijken en muziek luisteren, waardoor de 4 uur snel voorbij leken te gaan. Bij aankomst bleek onze motor als stoel gebruikt te zijn door verschillende Vietnamezen, waar we niet zo blij mee waren, maar die waren heel snel weg toen wij met onze tassen aan kwamen lopen. Vervolgens werden we door 40 paar ogen in de gaten gehouden terwijl we onze spullen op de motor bonden, wat naar 60 paar ogen ging toen Tessa op de motor stapte. Het zou daarna nog 20 minuten duren voor we van boord konden, waar we heel blij mee waren. Weg bij al dat gestaar. En zo waren we terug in Ha Tien, onze laatste stop in Vietnam en eng dicht bij de grens overgang met motor.

Foto's: www.NotAllWhoWanderAreLost5.waarbenjij.nu. Dus het 5e blog, nummer 5, niet 4.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vietnam, Ðảo Phú Quốc

Wereldreis

Here goes :)!

Recente Reisverslagen:

24 Oktober 2017

Oostende

19 Oktober 2017

Disney!!! / Parijs

12 Oktober 2017

Party ohne ende 3.0! / Alcudia

08 Oktober 2017

Iets met Gaudi / Barcelona

07 Oktober 2017

220 meter / Tenero
Daan en Tessa

Actief sinds 16 April 2016
Verslag gelezen: 289
Totaal aantal bezoekers 143380

Voorgaande reizen:

16 April 2016 - 26 Oktober 2017

Wereldreis

Landen bezocht: