Rotte eieren / Bromo en Ijen - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu Rotte eieren / Bromo en Ijen - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu

Rotte eieren / Bromo en Ijen

Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa

16 Juni 2017 | Indonesië, Probolinggo

Toen we net begonnen waren met deze reis voorbereiden, ondertussen zeker 5 jaar geleden, en we punten op de kaart aan het zetten waren die we zeker wouden zien was de vulkaan Bromo er een van. Bromo is een actieve vulkaan in een vulkaan. Het geheel bestaat uit een grote vulkaan van 2400 meter hoog met een krater van 10 kilometer in doorsnede. 10 kilometer! In deze krater zijn weer 3 vulkanen, waarvan er één actief is. Die actieve vulkaan, die boven de 10-kilometer-krater uitkomt, is Bromo. Al worden alle vulkanen samen ook Bromo genoemd. En naar deze vulkaan-in-een-vulkaan op 2,5 kilometer hoogte waren we nu onderweg vanuit Jogjakarta. Dat hield in 10 uur in een auto zitten richting Probolingo, waar we om 19.00u aankwamen. Daar werden we het reisbureautje ingeleid dat de partner organisatie was van het reisbureau waar wij ons vervoer geboekt hadden. Uiteraard om ons extra geld afhandig te maken. Sorry, ik bedoel om ons extra's aan te bieden. Zo konden we in plaats van naar het uitzichtpunt lopen ook met een Jeep gaan. Om maar een van de vele opties te noemen. Maar wij besloten te lopen naar het uitzichtpunt, want dat was slechts 20 minuten vanuit ons hotel was ons in Jogjakarta verteld. Ook de andere extra's hebben we niet gedaan. Daarna was het nog 1,5 uur met een minibus naar Cemoro Lawang, op de rand van de 10-kilometer-doorsnede-krater. Hier checkten we in in ons hotel en zijn we samen met Jule, het Duitse meisje dat dezelfde tour geboekt had, wat gaan eten. Daarna hebben we bij het hotel gevraagd hoe we naar het uitzichtpunt moesten lopen. Dit bleek geen 20 minuten, maar 2 uur te zijn te voet. Dus hebben we daar ter plekke alsnog maar een Jeep geboekt naar het uitzichtpunt. Deze vertrok die nacht om 03.00u om voor de zonsopgang op het uitzichtpunt te zijn. Dus die nacht stonden we om 02.50u in alle kleren die we bij hebben te wachten, klaar voor Bromo (op 2400 meter hoogte om 03.00u is het een graad of 5). Van daaruit zijn we in een Jeep naar het uitzichtpunt op de berg Pananjakan gebracht. Hier stonden mensen jassen, sjaals en mutsen te verkopen en verhuren, die maar al te graag aangenomen werden door de duidelijk niet voorbereidde toeristen die in hun korte broeken en t-shirts aan het koukleumen waren. Vervolgens hebben we onze plek voor het hek ingenomen tussen de andere toeristen en de rij fotografen. Zonsopkomst was om 05.20u, dus we hadden nog een uur en een kwartier voor de zon echt opkwam. Maar je moest wel zo vroeg komen, want achter ons groeide de groep met toeschouwers snel. Voor ons zagen we de lampjes van Cemoro Lawang, het dorp aan de rand van de 10-kilometer-krater. In het donker kon je net de rand van de gigantische krater zien. Daar binnen zag je met moeite de 3 toppen van de andere vulkanen, waaronder Bromo. Dit beeld werd naarmate de zon langzaam op kwam steeds duidelijker. Na ruim een half uur gewacht te hebben werd het landschap duidelijker en konden we ook de 'bodem' van de gigantische krater zien. Deze 'bodem' heet de Sea of Sands en bestaat uit los zand dat door de wind opgewaaid is zodat het uitziet als golven. Hoe langer we wachtten, hoe roder de lucht kleurde en hoe meer we konden zien van de vulkanen. Om 05.00u, net voor de zon helemaal op was, pakten de fotografen op rij 1 hun statieven en gingen weg. Net toen het mooiste van de zonsopkomst begon. Dus zijn we snel voor aan gaan staan. Danku, te-vroeg-vertrekkende-fotografen! De zonsopkomst was heel mooi, maar nog mooier was de reflexie van de zonsopkomst op Bromo en de andere 2 vulkanen. Geen wonder dat deze plek zoveel mensen trekt. Na Pananjakan zijn we per jeep naar de Sea of Sands gegaan. Van hieruit hebben we Bromo zelf beklommen. Hiervoor moesten we een stuk door de Sea of Sands lopen en vervolgens een trap beklimmen naar de rand van de krater van Bromo, waar constant een grote pluim witte rook uitkomt. Boven aan de rand van de krater bleek dit niet alleen waterdamp te zijn, zoals we in eerste instantie dachten, want het stonk flink naar zwavel. Beter bekend als rotte eieren. Dus met een bandana voor ons gezicht hebben we over de Sea of Sands staan kijken, wat een prachtig gezicht was. Op een gegeven moment, toen de wind draaide, werd de zwaveldamp-pluim van ons weg geblazen waardoor we in de krater konden kijken. Onderin zag je de in verhouding kleine opening, omgeven met gele zwavel, waar de pluim uit kwam. Als je zo de diepte in kijkt begin je wel te snappen dat de lokale bevolking offert aan de vulkaan. Één keer per jaar is er een groot Hindoeïstisch feest waarbij offeringen in de vulkaan gegooid worden. En tegelijkertijd klimmen er tijdens dat feest mensen in de krater om de offeringen te vangen. Klinkt als een stom plan, maar als je boven aan de krater staat realiseer je je pas hoe levensmoe die mensen moeten zijn. Wij hadden aan de rand van de krater al hoestbuien van de zwavellucht. Het gebeurd dan ook dat mensen vallen en onder in de krater belanden en nooit meer teruggevonden worden. Na Bromo zijn we, weer via de Sea of Sands, teruggelopen naar de Jeep, die ons terug naar ons hotel bracht. Daar stond het ontbijt klaar en om 09.30u zaten we weer in de minibus terug naar Probolingo, waar we om 10.45u aankwamen. Hier was het tijd voor ronde 2 in het spel 'Hoe Zet Ik Toeristen Af'. Dit keer ging het om extra tours voor de vulkaan Ijen (wat je uitspreekt als 'ie-djen'). Vervoer naar de ingang van Ijen National Park vanuit het hotel, gids, extra begeleiding voor Tessa (want die zou misschien niet sterk genoeg zijn). Tot op het punt dat toen de andere toeristen daar het vervoer al geboekt hadden wij achter gesloten deuren een betere deal kregen als we niks tegen de rest zouden zeggen. Maar we zijn weer zonder extra boeking daar weggegaan, want vanuit het hotel was het maar een klein stukje lopen naar de ingang van Ijen National Park volgens het reisbureau in Jogjakarta. Om 11.00u zaten we weer in een minibus en waren we onderweg naar Sempol, wat op Ijen ligt. De hele weg hebben we liggen slapen na de gebroken nacht. Rond 17.00u kwamen we in ons hotel aan, weer op ruim 2 kilometer hoogte. Tessa had ondertussen flinke hoofdpijn, waarschijnlijk doordat we in 36 uur van zeeniveau naar 2,5 kilometer hoogte, terug naar zeeniveau en weer naar 2+ kilometer gegaan waren. Gelukkig hielp de tijgerbalsem hier goed tegen. Nadat we ingecheckt hadden kregen we aangeboden om mee te eten van het buffet van een feest dat er bezig was. De meeste feestgangers waren al naar huis, dus het eten wat over was konden we hebben. Prima geregeld. Na het eten hebben we gevraagd hoe we bij Ijen National Park moesten komen te voet, maar dit bleek één uur lopen. Dus ook de informatie van het reisbureau in Jogjakarta bleek (weer) niet te kloppen. Dus maar weer vervoer bijgeboekt naar de ingang van het nationaal park. En dit vervoer was alleen te boeken in combinatie met een gids. Maar wel voor een beduidend lager bedrag dan dat ze vanmorgen in het afzet-reisbureautje wouden. Dit vervoer zou de volgende dag om 01.00u vertrekken. En die volgende dag was toevallig ook nog eens Tessa's verjaardag. Dus ik ben vrij snel naar bed gegaan, maar Tessa wou eerst nog even plonsen in de hot tub. Uiteindelijk lagen we allebei voor 08.30u in bed. 4 uur later stonden we er alweer naast, onze backpacks inpakkend en ons afvragend waarom we dit ook alweer deden. De reden dat we het deden was om de blauwe vlammen te zien. In de krater van Ijen ontsnapt een constante stroom van brandbaar gas die door de warmte ontbrandt als het boven de grond uit komt. Hierdoor zijn er op een aantal plaatsen in de krater vlammen van 3 meter hoog te zien. Deze zijn 's nachts uiteraard het beste te zien, vandaar dat wij om 01.00u op weg waren naar Ijen. Na een uurtje in de minibus proberen te slapen (en daarin falen) werden we om 02.00u afgezet bij de ingang van Ijen National Park. Daar stond onze gids al met de gasmaskers te wachten. We kregen ieder een gasmasker en zijn met een groep van 8 (waarvan 7 Nederlanders) aan de wandeling naar de kraker begonnen. Deze wandeling was 5 kilometer waarin we een halve kilometer klommen. Dus al met al een zware wandeling. Of dat dachten we, tot we een van de zwavelwerkers zagen. Dit zijn mannen die met een karretje naar de rand van de krater lopen, daar met manden de krater in gaan om zwavel te verzamelen en vervolgens met soms meer dan 100 kilo zwavel weer naar beneden lopen. Hoe zwaar wij de wandeling/klim ook vonden, de man die we met gebogen rug naar boven zagen lopen om zwavel te verzamelen had het veel veel zwaarder. Hij was volgens de gids 65 jaar oud. Eenmaal boven moesten we onze gasmaskers opdoen, want van daar af gingen we de krater in. De gasmaskers waren nodig omdat buiten de blauwe vlammen er ook grote zwavelgaswolken vrij kwamen. Verder bestond de krater voor het grootste deel uit een meer van zwavelzuur. Dit zal wel zo ongeveer de extreemste omgeving zijn die we deze reis gaan zien. Fijne verjaardag Tess! De klim naar rand van de krater maakte door de ijle lucht dat we flink aan het hijgen waren, maar door een gasmasker krijg je nog minder lucht. Al kan je heel goede Darth Vader imitaties doen! We tried! De afdaling hebben we langzaam gedaan. Hier was geen trap, zoals gisteren in Bromo. Hier waren alleen stenen, zwavel en een zaklamp in je hand om te zien waar je je voeten neer kon zetten. En een constante geur van rotte eieren. De afdaling duurde een half uur, waarbij we in de verte de blauwe vlammen al zaggen. Eenmaal beneden was de zwavellucht zo sterk dat verschillende mensen aan het hoesten waren. Het was nu 04.00u, dus nog steeds pikke donker, maar er liepen al mannen met volle manden met brokken gele zwavel terug naar boven. Helemaal beneden wenkte een van de werkers ons om te laten zien hoe hij werkte. Hij stak met een grote metalen stang een geel plakaat los dat leek op geel ijs. We weten niet hoe het zwavel zich hier vormt, maar het leek alsof het vloeibaar uit de grond komt, zich verzameld in plassen en vervolgens stolt. De man, alleen beschermd door een stoffen lap voor zijn gezicht, stak de plaat zwavel los en legde deze in een van zijn manden. Voor hij het volgende stuk vrij kon maken draaide de wind waardoor we midden in een wolk van zwavelgas zaten. Vergeet de rotte eieren lucht van hiervoor. Dit was zo sterk dat we niks meer konden. Je ogen steken, je keel doet pijn, je neus gaat lopen (beiden van achter je gasmasker) en je kan alleen maar wachten en hoesten tot de wind weer terugdraait. Toen dit na een seconde of 20 gebeurde zei de werker dat we terug moesten, maar we waren al onderweg. De man zelf volgde ons, net zo hard hoestend als wij. We hebben hem bedankt voor de uitleg, een stuk zwavel van hem gekocht als souvenier en zijn de krater uitgegaan. Het is alsof je op de maan loopt. Alles is anders. Dit moet de meest bizarre plek zijn die we tot nu toe bezocht hebben. We keken nog een keer om naar de grote blauwe vlammen die 20 meter verderop de scene zomogelijk nog bizarder maakten en zijn de krater uitgeklommen. Pas helemaal boven aan de rand van de krater hebben we onze gasmaskers afgedaan. We kunnen ons niet voorstellen hoe dit voor de zwavelwerkers moet zijn. 'zwaar werk' komt niet eens in de buurt van wat deze mannen doen. Het woord wat het beter zou omschrijven is 'slavernij', al weten we niks over de gezondheidsrisico's van zwavel of het inkomen van de werkers. Het was 04.45u toen we boven water aan het drinken waren in de hoop het brandende gevoel uit onze kelen te krijgen. Dit gaf ons iets minder dan een half uur om naar de andere kant van de krater te lopen voor de zon op kwam. Dit hebben we voor zeker de helft weer met gasmasker op afgelegd. Op het punt waar de gids zei dat de zonsopkomst het mooist was hebben we vervolgens ontbeten met Oreo's, onze reis-snack-koekjes. Rond 05.20u kwam de zon op en hebben we hier een uur gezeten om aan de ene kant de zon te bewonderen en aan de andere het zwavelzuur-meer te bekijken. De gids zei dat als je daar in zou vallen je volledig zou oplossen, omdat het zo extreem zuur is. Niet 's werelds vriendelijkste plaats. Toen de zon op was zijn we weer naar beneden gelopen. Beneden hebben we fatsoenlijk ontbeten met nasi goreng (zoals in Nederland bij de Chinees, maar dan lekkerder) en zijn we om 08.00u per minibus naar Bangjuwangi gereden. Bromo zou een van de hoogtepunten van de reis moeten zijn, en dat was het ook zeker! Maar Ijen, waar we het bestaan nog maar één week van kennen, was zeker net zo'n hoogtepunt. Al met al waren beiden heel bijzonder om te zien en absoluut de moeite waard!

Vanuit Bangjuwangi, waar we om 09.30u aankwamen ging de ferry naar Bali. Hier werd ook weer aangeboden om ons per bus direct naar Denpasar te brengen, de hoofdstad van Bali. Maar we kozen voor lokale bussen, omdat die altijd goedkoper zijn. De man die ons de bus aanbood zei ons wat de lokale bus en de ferry kostte en bood ons een ticket aan in zijn half lege bus voor hetzelfde geld. Maar dan onder de voorwaarde dat we niks tegen de anderen zouden zeggen, die een hogere prijs hadden betaald. En zo zaten we in de bus, onderweg naar Denpasar, Bali. De ferry deed er ruim één uur over om van Java naar Bali te varen. Van daaruit zijn we in 5 uur naar Denpasar gereden.

Spoiler voor het volgende blog: we zijn met deze bus nogsteeds afgezet, ondanks de lagere prijs.

Foto's: NotAllWhoWanderAreLost7.waarbenjij.nu

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Probolinggo

Wereldreis

Here goes :)!

Recente Reisverslagen:

24 Oktober 2017

Oostende

19 Oktober 2017

Disney!!! / Parijs

12 Oktober 2017

Party ohne ende 3.0! / Alcudia

08 Oktober 2017

Iets met Gaudi / Barcelona

07 Oktober 2017

220 meter / Tenero
Daan en Tessa

Actief sinds 16 April 2016
Verslag gelezen: 346
Totaal aantal bezoekers 143402

Voorgaande reizen:

16 April 2016 - 26 Oktober 2017

Wereldreis

Landen bezocht: