Wat authentiek! /Altinaş
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
30 Augustus 2017 | Turkije, Afyonkarahisar
Nadat we de volgende dag (31 augustus) weer uit dat gigantische bed rolde, hoorden we bij het ontbijt dat we naar een kasteel gingen, 1,5 uur rijden buiten Altinaş. We hebben meestal pas op de dag zelf door wat we die dag gaan doen. Ria heeft alles gepland (en doet dat heel goed!) en wij lezen 's morgens de informatie van de planning van die dag. Vandaag was het dus een kasteel, Afyon Kalesi. Deze lag boven op een berg en is gebruikt door alle rijken die dit gebied bezet hebben in de afgelopen eeuwen, wat er nog een heel aantal zijn. Na het ontbijt zijn we in de auto gesprongen en zijn we in slaap gevallen (Tessa en ik tenminste). Toen we weer wakker werden reden we net buiten Afyonkarahisar, de stad waarin het kasteel lag. Van hier waren het een reeks smalle straatjes voor we vlak onder de bijna verticale rotswand de auto parkeerden. 600 meter naar het kasteel met een stijging van 90 meter vertelde de navigatie-app ons. Met andere woorden: trappen op. Vol goede moed begonnen we aan de trap, die net buiten de parkeerplaats begon. Maar na een paar minuten zagen we al een man glazig voor zich uit kijkend op een trede zitten met 2 ambulancebroeders erlangs die met een infuus bezig waren. Dat beloofde wat. De trap bleek gelukkig niet zo zwaar als de zuchtende man deed vermoeden, al stonden we boven wel even uit te puffen. Het Afyon Kalesi (kalesi is Turks voor kasteel) bleek er niet meer te zijn. Alleen de 2 meter hoge verdedigingsmuur met kantelen rond de top van de rots stonden er nog. Maar dat maakte het uitzicht niet minder mooi. Een uitzicht op zeker 10 moskee's die verspreid door de stad te zien waren. Toen we het alle vier gezien hadden hebben we wat gedronken op het terrasje boven op de berg. Daarna was het dezelfde weg terug als dat we gekomen waren. Dit was een heel stuk makkelijker dan heenweg. Onder werden we ontvangen door een politieauto, 2 ambulances en zeker 8 agenten en ambulance personeel. Allemaal tuurden ze naar de trap waar wij net vanaf kwamen. Verwachtten ze iemand? 20 minuten later bleek dat inderdaad het geval te zijn. Een vrouw kwam met onzekere stappen de trap af en werd door het ambulance personeel op een bankje gezet. Na een paar tests en vragen ging ze mee in de ambulance. Het scheen voor de Turken een intensievere klim dan dat het voor ons was. Toen de zwaailichten weg waren en wij onze hartslag weer onder controle hadden zijn we een authentiek Ottomaans gebouw ingegaan, waar nu een restaurant in zat. Daar hebben we gözleme (kaas-wraps) gegeten, wat zo ongeveer vaste prik was geworden. Daarna zijn we weer de auto ingesprongen en stonden we 2 uur later weer bij ons hotel in Altinaş. 's Avonds hebben we een volgende poging gedaan om vegetarisch te gaan eten, maar faalden grandioos toen we met ieder een broodje kebab eindigde. Voor Turken is vlees nog vanzelfsprekender dan voor Nederlanders, zo lijkt het.
En toen was het alweer september! Voor ons gevoel zitten we nog in mei, maar de zomer is alweer bijna voorbij. De 1e zijn we na het ontbijt in de auto gestapt en hebben we Altinaş om 11.00u achter ons gelaten. We gingen die dag naar Eskişehir, waarbij we door de Phrygische vallei reden. Deze vallei ligt bezaaid met beeldhouwkunst en grotgraven. Na een half uurtje stopten we bij een rotswand met daarin een vierkant gat, zeker 6-7 meter tegen de verticale rotswand omhoog. Links en rechts van dit gat waren 2 grote brullende leeuwen uit de rots gehouwen. Dit was een grotgraf, waarvan we er nog veel meer zouden zien. Even verderop zagen we een afgebroken stuk steen met weer een grote gebeeldhouwde leeuw. Net als bij de vorige leeuwen beschermde deze ooit een graf. Verder door de vallei rijdend zagen we vanuit de auto verschillende grotgraven. Na een korte stop bij een mannetje die gözleme verkocht zijn we naar een boerderij op zoek gegaan waar, volgens de reisgids, een mooi graf te bezichtigen was. Het boekje beschreef alleen niet bij welke boerderij deze te vinden was. Maar door de reisgids met foto van het graf bij verschillende mensen onder de neus te drukken hebben we hem uiteindelijk wel gevonden. Het graf bestond uit een kleine tombe met daarin 3 (inmiddels lege) graven. Voor de ingang stonden weer leeuwen en een gebeeldhouwde bewerkte vaas die symbool stond voor Cybele, de oergoddin. Hierna zijn we via zandwegen en verdwaald zijn bij het gigantische beeldhouwwerk van Midas uitgekomen. Deze bestond uit een verticale rotswand waarin een metershoog reliëf gehouwen was met Phrygisch schrift er omheen. Het Phrygische schrift heeft veel weg van runen. Onder in het reliëf was een opening te zien waar vroeger tijdens rituelen een beeld van Cybele in geplaatst werd. Hans en Ria zijn nog verder gaan kijken naar de overige bezienswaardigheden rond het Midas reliëf, maar Tessa en ik zijn in de schaduw blijven wachten. Toen Hans en Ria alles gezien hadden zijn we doorgereden naar Eskişehir, waar we rond 18.30u aankwamen.
Foto's: NotAllWhoWanderAreLost9.waarbenjij.nu
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley