The Blue Mountains / Blackheath - Reisverslag uit Blackheath, Australië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu The Blue Mountains / Blackheath - Reisverslag uit Blackheath, Australië van Daan en Tessa - WaarBenJij.nu

The Blue Mountains / Blackheath

Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa

14 Juli 2017 | Australië, Blackheath

Na een rit die een 2,5 uur langer duurde dan verwacht kwamen we om 20.00u aan in Mount Wilson, een klein dorpje in de Blue Mountains. Het was pikkedonker en we waren op één na de enige op de gratis camping aan de rand van het dorp, tegen het bos aan. De camping had geen verlichting, niet eens op de wc's, dus wat doe je dan? Sterren kijken! Eerst buiten en daarna door het dakraam van onze camper konden we heel mooi de sterren en de melkweg zien. Maar we zijn ook vrij snel gaan slapen, want morgen werd een actieve dag! De bossen in, ravijnen op en af en valleiën door, over beken springend met wilde vogels in iedere boom! Of dat was ons avontuurlijke beeld van de Blue Mountains, gebaseerd op wat anderen ons verteld hadden.

Dus de volgende morgen zijn we op tijd opgestaan (vanwege het vroeg naar bed gaan, niet vanwege een wekker) en zijn we naar Blackheath gereden, een van de grotere dorpen in de buurt. Daar hebben we bij de heel behulpzame vrouw achter de balie gezegd dat we wouden gaan wandelen. En dat was alle input die ze nodig had om ons een stapel kaarten, folders en aanbevelingen te geven waarmee we wel even zoet zouden zijn. Onze eerste wandeling zou vanuit Wensworth Falls gaan, een plaatsje even buiten Blackheath. Daar hebben we een 4-uurs wandeling gekozen die vanuit het dorp, boven aan de cliff, via een pad langs 2 watervallen de vallei in ging, onder langs de cliff een beekje volgde, en even verderop weer de cliff op ging, waarna je boven langs de cliff de cirkel weer rond was. Hier bleek ons beeld van de Blue Mountains te kloppen, inclusief de schreeuwende kaketoe's in de bomen. Echt een heel mooi gebied. En dan was deze vallei er slechts een in de omgeving. De volgende dag zouden we naar een andere gaan. Dus na deze wandeling zijn we naar Perrys Lookdown gegaan, aan het begin van degene die we de dag daarna wouden doen. Perrys Lookdown is een camping die, zoals de naam al zegt, bovenaan een cliff met een uitzicht over de vallei lag. En met camping bedoelen we dan een toilethokje en een vlak vrij-gemaakt stukje bos. Precies wat we nodig hadden. Daar hebben we 's avonds ons potje gekookt en hebben we door de vele wandelingen gekeken die in de bibliotheek aan folders stond die we gekregen hadden. Daar kwamen we er achter dat deze vallei een stuk groter was dan degene waar we net vandaan kwamen, dus een vallei in-andere-plek-vallei-uit-wandeling zou iets te veel van het goede zijn. Dus hebben we maar gekozen voor de vallei-in-zelfde-weg-terug-wandeling, die 4 tot 5 uur zou duren.

Deze wandeling zijn we, na het ontbijt, om 10.00u begonnen. Vanuit Perrys Lookdown was het bijna verticaal een trap naar beneden de vallei in. Dit ging langs een cliff af, met vanuit iedere stap uitzicht over de boomtoppen. Tot we tussen de boomtoppen door liepen en het pad langzaam van verticaal overging naar horizontaal. En zo kwamen we na één uur bij Blue Gum Forest aan, wat de naam was van het bos in dat deel van de vallei, dat was het punt waar we de avond van te voren bedacht hadden dat we om zouden draaien en terug zouden lopen, maar dat zou voor zo'n korte wandeling maken dat we besloten ons toch te wagen aan de ene-kant-vallei-in-andere-kant-vallei-uit-wandeling, die volgens de informatie tussen de 8 en 9 uur zou duren. Maar voor de afdaling die we net in één uur gedaan hadden stond ook 2-3 uur, dus we gingen ervoor. Vanaf Blue Gum Forest volgden we het beekje richting Junction Rock, wat letterlijk dat is: een grote steen in de beek op het punt waar de beek opsplitst. Dit was een 2 uur durend vlak pad dat aan de begroeiing te zien niet al te vaak gebruikt werd, maar daardoor des te meer de moeite waard was. Hier kwam iemand ons tegemoet die het pad rennend deed! Rennend! Enthousiasteling! Na bij Junction Rock wat te hebben gegeten kronkelde het pad verder, grofweg de rivier volgend, richting het toeristen informatie centrum, waarbij het pad verschillende keren de beek over ging. Maar doordat het oversteken van de beek via stepping stones ging was het niet altijd duidelijk waar je heen moest, maar met gps konden we onze weg wel vinden. Tot we in de buurt kwamen van het toeristeninformatie-centrum, wat boven aan de vallei lag. Want dat centrum was volgens de gps nog 50 meter van ons vandaan in vogelvlucht, dus horizontale afstand. Maar ook nog eens 300 meter boven ons. En vanaf waar we stonden zag je alleen een kale verticale rotswand met een 300 meter hoge waterval. En een bordje met een pijl richting de rotswand. Iedereen zou hier een pad aanleggen onmogelijk vinden, maar in Australië is dat 'No worries, mate!'. Na ons verbaasd te hebben over de gigantische douche die de waterval was, zijn we het bordje met de pijl gevolgd die naar een verscholen pad tussen de begroeiing wees. Daar was een trap die omhoog slingerde en al snel uit zicht verdween. We hadden ons Spiderman pak niet bij, dus gingen er maar vanuit dat de trap wel tot boven door liep. Het eerste stuk per stenen trap was goed te doen. Toen ging die over in een stijl modderpad, onder de waterval door (wel met leuning, we zijn niet meer in Azië hè). En vervolgens een metalen trap, die leidde naar een pad dat uit de verticale rotswand gehouwen was. Dit was de reden dat we van onderaf niks zagen: het pad liep letterlijk in de rotswand. En zo klommen we steeds verder, op de een of andere manier steeds opnieuw onder de waterval door (gratis douche) naar boven. Eenmaal boven de boomtoppen zagen we de witte kakatoe's weer vliegen, wat een prachtig gezicht is boven de immense vallei. En met de nodige pauzes en foto momenten kwamen we na een klein uur klimmen aan de top. Daar hadden we wel weer een boterhammetje verdiend vonden we. Het was net 15.30u geweest toen we ons brood op hadden en doorliepen. Maar het pad terug naar de camping was nog 1,5 uur langs de bovenkant van de cliff af naar het volgende uitkijkpunt, en dan nog één uur over de weg naar ons gebakje (onze camper) terug. Dus verwachtte aankomst: 18.00u. Zonsondergang was tussen 17.00u en 17.30u. Dan toch maar even doorlopen! Het eerste stuk langs de cliff was een mooie, vrij vlakke wandeling met mooie uitzichten over de vallei, vooral omdat de zon al wat lager stond en de cliff mooi aanlichtte. Na 1,5 uur van zigzaggen tussen mooie rotsformaties en uitzichten kwamen we bij het uitzichtpunt dat het einde van het cliff-pad betekende. Op dit stuk kwamen we de rennende man weer tegen die we eerder in de vallei ook zagen. Die moet dezelfde route als wij gedaan hebben, maar dan rennend! Onvoorstelbaar! Vanaf het uitzichtpunt waren de laatste 5 kilometer vlak en over fatsoenlijke onverharde weg. Aan het begin van dit laatste stuk begon het te schemeren en halverwege was het donker. En donker betekend koud. We hadden allebei 4 lagen kleding aan, zoals al een paar dagen, maar als de zon onder is, is dat eigenlijk nog te weinig. Dus met zaklamp in de hand maar stevig doorgelopen, gemotiveerd door de gedachte aan spaghetti en een berg van dekens, die in de camper op ons wachtten. Zo kwamen we zonder te klappertanden om 17.50u aan bij de camper, waar we de stoelen en tafel niet eens meer uitgeklapt hebben en meteen in de camper gekookt en gegeten hebben. Om vervolgens in ons dekenfort te verdwijnen. Good night world!

In tegenstelling tot onze verwachting kwamen we de volgende dag (17 juli) zonder spierpijn ons fort uitgerold. En waren we weer zodanig opgewarmd dat we buiten ons kopje thee konden eten. Al moesten we wel de pot nutella ontdooien, want die was onsmeerbaar geworden. Daarna zijn we naar het informatiecentrum in Blackheath gegaan, waar we 2 dagen eerder onze stapel folders opgehaald hadden. Daar was gratis wifi (wat zeldzaam is in Australië), dus daar hebben we het thuisfront ge-update en hebben we nog wat praktische dingen geregeld waar wifi voor nodig was, zoals het visum voor Sri Lanka. Daarna zijn we naar Katoomba gereden, de grootste plaats in de Blue Mountains. Daar verzamelen de toeristen zich rond 3 attracties, wat aan de grote parkeerplaatsen en de vele groepen Aziaten te zien is. Op de eerste plaats de Three Sisters. Of specifieker het plateau langs de parkeerplaats dat uitzicht geeft op de Three Sisters. Want Aziaten wandelen niet. De Three Sisters zijn 3 rotsen die in een rij langs elkaar staan, boven de vallei onder zich uittorenend. Volgens de legende waren deze rotsen ooit 3 zussen die door een heks omgetoverd waren in rotsen om ze te beschermen tegen 3 mannen die achter hen aan zaten. Maar de heks overleed voor dat ze de 3 zussen terug kon veranderen, dus zijn ze nog steeds van steen. Beetje sneu. De 2e attractie, meteen langs het uitzichtpunt, is Waradah Aboriginal Centre. Dit is een museum over de geschiedenis van de Aboriginals, wat een heel ingrijpend verhaal verteld over hoe de Engelsen Australië bezetten en hun 'interacties' met de Aboriginals, die er al duizenden jaren woonden. Waarbij 'interacties' bestonden uit niet erkennen, verjagen, heropvoeden, niet accepteren, doden en inzetten als goedkope arbeidskrachten, om er een paar te noemen. Het deed ons sterk denken aan hoe de Indianen in Amerika in reservaten geplaatst werden. Dat werd in Australië ook gedaan. Een van de weinige positieve verhalen was de speech van de (blanke) Australische minister president waarin hij namens de gehele regering en voorgaande regeringen excuses aanbiedt voor hoe de Aboriginals behandeld zijn. Verder was er daar ook Aboriginal kunst te zien, wat wij allebei een hele mooie stijl vinden. En de derde attractie is de kabelbaan over de vallei en de trein de de vallei in ging. Maar deze hebben we niet meer gedaan. Na het Waradah Aboriginal Centre zijn we richting Glenbrook gereden, waar we de volgende dag een wandeling wouden doen, en hebben we even buiten Glenbrook een gratis camping gevonden. Een camping met eigen bankje en tafeltje, luxe!

Na een nacht slapen waarin ons hoofd verschillende keren in de keuken verdween omdat de camper niet vlak stond (waarbij 'keuken' een relatief begrip is), zijn we naar Glenbrook gereden. Daar is de Red Hands Cave. Dit is een grot met verschillende rode handafdrukken die door de Aboriginal-stam gemaakt zijn die hier woonde. Maar om daar te komen moesten we eerst 2,5 uur door het bos lopen, weer langs een beekje af. Deze route was oorspronkelijk door de Aboriginals gebruikt in hun rondes om voedsel en andere benodigdheden te verzamelen. Zo zag je ook in de rotsen bij het water de sporen die gemaakt waren tijdens het slijpen van stenen om hamers en bijlen te maken. Ook stonden er borden met welke bomen en planten waarvoor gebruikt werden. Op een bord stond: 'Tegenwoordig denken we spullen van over de hele wereld nodig te hebben om te kunnen overleven, maar de mensen in dit gebied vonden alles wat ze nodig hadden in hun directe omgeving. Nu zou je het waarschijnlijk niet kunnen overleven als je hier moest wonen'. Dit maakte dat we nog eens extra door kregen hoeveel kennis en cultuur er verloren is gegaan door de manier waarop de Aboriginals onderdrukt en verstoten zijn. De Red Hand Cave was een ondiepe grot met tientallen rode handen op de muren en plafond. Sommigen waren gemaakt door een hand in rode kleurstof te dopen en een afdruk te maken, maar sommigen ook door een hand tegen de muur te leggen en er kleurstof tegenaan te gooien/spugen, waardoor de hand als negatief afgebeeld werd. De handen waren bijna allemaal van volwassenen, al waren er ook 3 of 4 kinderhandjes. En bijna allemaal rechterhanden. Maar het mooiste aan de grot was dat het een duidelijk een thuis geweest moest zijn. De rotsen in de grot vormden een natuurlijke zitplaats met een stukje zand waar je je makkelijk voor kon stellen dat er een vuur was geweest. De handen waren op zo'n hoogte geplaatst dat als er iemand op de rotsen in de grot zat, ze nog steeds goed te zien waren. En tegenover de grot-ingang was het beekje, wat voor het leven daar ook onmisbaar geweest moet zijn. Al met al heel mooi om een blik in het leven van toen te krijgen, hoe beperkt die blik ook was. Na de Red Hands Cave was het nog 1,5 uur om de wandeling af te maken en bij ons gebakje terug te komen. We waren rond 14.30u weer op onze camping, dezelfde als afgelopen nacht, en besloten niks meer te doen die dag. Het was niet koud en droog, dus we konden fatsoenlijk onze backpacks inpakken en de camper een beetje opruimen, want de volgende dag zouden we ons gebakje weer in moeten leveren. Daar zagen we aan de ene kant tegenop, want het reizen per camper was heel goed bevallen, maar aan de andere kant waren we blij dat we er bijna vanaf waren, want hij begon steeds meer te rammelen, vooral vanonder de motorkap. En dat het logo er al afgevallen was betekende ook niet veel goeds. Dus die middag de spullen ingepakt, gekookt, gegeten, en 's avonds de Klokkenluider van de Notredam gekeken.

19 juli: de dag dat we de camper in moesten leveren! Om 11.00u moesten we hem in Sydney droppen, wat zo'n 45 minuten rijden was. Maar we hadden horrorverhalen gehoord over het verkeer in Sydney, en zijn dus maar om 08.00u aangereden. Byebye Blue Mountains and hello Sydney!

Foto's: NotAllWhoWanderAreLost8.waarbenjij.nu

  • 27 Juli 2017 - 19:43

    Andrea:

    Wat leuk om te lezen! Ik ben toen ik in Australië was ook in de Blue Mountains geweest. Ik ruik de geur nu nog, heerlijk van die eucalyptus bomen. En inderdaad de 3 gezusters van steen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Blackheath

Wereldreis

Here goes :)!

Recente Reisverslagen:

24 Oktober 2017

Oostende

19 Oktober 2017

Disney!!! / Parijs

12 Oktober 2017

Party ohne ende 3.0! / Alcudia

08 Oktober 2017

Iets met Gaudi / Barcelona

07 Oktober 2017

220 meter / Tenero
Daan en Tessa

Actief sinds 16 April 2016
Verslag gelezen: 204
Totaal aantal bezoekers 143491

Voorgaande reizen:

16 April 2016 - 26 Oktober 2017

Wereldreis

Landen bezocht: