Toeterzeehond / Phan Thiet
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
13 Januari 2017 | Vietnam, Phan Thiết
Vrijdag de 13e zijn we om 15.00u in Phan Thiet aangekomen in Kathy's hotel. Een klein maar gezellig hotelletje net buiten het centrum. Daar hebben we onze backpacks gedropt en zijn we op 1 motor doorgereden naar een Cham Tower, zo'n 5 kilometer buiten de stad. Cham is een volk dat nu een minderheid is in Vietnam, maar al eeuwen in het huidige Vietnam woont. Ze hebben onder andere torens gebouwd, die als heilige gebedsplaatsen fungeerden. Deze vaak meer dan duizend jaar oud. De Cham volkeren bouwden de gebedsplaatsen van baksteen, maar omdat ze de techniek van boogbouw niet hadden, was de enige manier waarop de relatief kleine kamers (grofweg 3 bij 3 meter) van een dak voorzien konden worden, door de hoogte in te gaan. De 'daken' zijn niets anders dan schuin gebouwde muren. Hierdoor worden de gebedsplaatsen nu 'Cham Towers' genoemd, ondanks dat ze waarschijnlijk nooit als torens gedoeld zijn. In een paar minuten zijn we naar de (met Russen krioelende) Cham Towers gereden. Het zijn heel indrukwekkende gebouwen, al helemaal als je bedenkt hoe oud ze zijn. Waar we waren staan 3 torens, waarvan de grootste 12 meter hoog was. Binnen zijn altaars die, vanwege de gitzwarte roet die de hele binnenkant van de torens bedekt, een hele typische sfeer krijgen. Het is vrij donker binnen en de paar kaarsen die er branden (die de zwarte kleur veroorzaken) geven het altaar een mysterieuze en aardse indruk. Na deze tempels zijn we op zoek gegaan naar een hapje eten, wat moeilijker bleek dan gepland. De Russen bleken Phan Thiet ook al gedeeltelijk ingenomen te hebben, aan de menukaarten te zien. Maar, zoals overal in de wereld, is er altijd de noodoplossing. De in verhouding dure en vette noodoplossing, maar toch. KFC, McDonalds, Burgerking. In Phan Thiet: KFC. Daarna terug naar het hotel, waar we op de kamer iemand voor onze deur hoorden hoesten. Maar dan hoesten alsof er een zeehond op sterven lag met een toeter in zijn bek. We hadden even nodig om het als hoest te herkennen. Bizar geluid waarvan we niet wisten dat mensen het konden maken.
De volgende dag (14 jan) was het weer het ondertussen bekende riedeltje: lunch tas inpakken, breekbare spullen in een andere tas doen, de rest van de spullen in de backpacks doen en het hele handeltje op de motors binden. Daarna even stilstaan bij het geluid van de stervende toeterzeehond, die weer om de hoek kwam kijken, om in te schatten of we een ambulance moesten hellen, maar hij leek het te overleven. Vervolgens ontbijt scoren, wat nooit moeilijk is, want de 'banh mi'-kraampjes (broodjes verkoop) staan 's morgens op iedere hoek van de straat, en we waren weg. Onderweg naar Ho Chi Minh Stad, 190 kilometer verderop. De rit ging goed voor de eerste 160 kilometer, maar toen kwamen we in de buurt van Ho Chi Minh Stad. En als knooppunt van alle wegen in Zuid-Vietnam is dit een van de drukste stukken die we tot nu toe gehad hebben. De laatste 30 kilometer bestonden uit filerijden langs wegwerkzaamheden en afgesneden worden door haastige scooters. Rond 15.00u kwamen we moe in hetzelfde hostel aan als waar we tijdens ons Kuala Lumpur uitje onze backpacks achter hadden gelaten. Terug in het ondertussen vertrouwde Ho Chi Minh Stad.
Foto's: hebben we amper gemaakt in Phan Thiet, dus was niet de moeite om op het blog te zetten. Volgende blog weer!