Kappadokya-mini / Kula
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
29 Augustus 2017 | Turkije, Kula
Op naar de binnenlanden! 29 augustus zijn we in Manisa weggereden en kwamen we rond 13.00u in het pittoreske Kula aan. Dit is een dorpje met nog veel gebouwen uit de Ottomaanse periode en smalle straatjes waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Ons hotel was in het centrum van het stadje in een Ottomaans herenhuis. Dit bleek lastiger te vinden dan verwacht, want van verschillende straten kon je voordat je er in reed moeilijk inschatten of de auto er wel door zou passen. Maar met behulp van een aardige Turkse jongen, die voor ons uit reed op zijn brommer om de weg te wijzen, hebben we het gevonden. Het hotel was een oud vakwerkhuis met gezellige binnenplaats. Hier hebben we geluncht voor we naar het UNESCO-vulkaangebied reden, even buiten Kula. De stad uit bleek makkelijker dan de stad in, ondanks dat zowel de geprinte kaart als de digitale niet alle straatjes kende. En zo beklommen we even later een helling aan de rand van het vulkanisch gebied. Hier zagen we heel aparte rotsformaties. Deze bestonden uit pilaren van licht gekleurde steen met daar bovenop een donkere steen. Het was alsof iemand de grote donkere stenen erop gelegd had. Maar dit is ontstaan door regenerosie. Dat houdt in dat de lichtgekleurde steen, die vrij zacht is, door regen weggespoeld is. Maar op de plek waar de donkere, hardere steensoort ligt wordt de regen tegengehouden. Over jaren en jaren van erosie ontstaan de pilaren die er nu staan (was dat een beetje te volgen?). Dit zou lijken op het landschap in Kappadokya, waar we volgende week heen gaan. Laten we het hopen, want het is echt heel bijzonder. Hierna hebben we een stuk gereden tussen niet-meer-actieve vulkanen en zwarte lavasteen-velden. Op het lavasteen groeit bijna niks, op hier en daar een struikje na, ondanks dat dit lavasteen er al eeuwen ligt. Heel mooi om te zien en heel anders dan wat we tot nu toe in Turkije gezien hebben. Hierna hebben we de vulkanen achter ons gelaten en zijn we terug naar ons Ottomaanse hotel gereden, waar we de auto geparkeerd hebben en het authentieke Kula in zijn gelopen. Door smalle straatjes met marktjes hebben we een parkje gevonden dat midden in het centrum bleek te liggen. Hier hebben we met handen, voeten en ons zeer beperkte Turks eten besteld. Dit lukte en even later zaten we aan de kaas-pita en köfte. Weer via de gezellige straatjes zijn we terug naar ons hotel gelopen, hier en daar stoppend om ons te verbazen over de grote honden die er door de straat liepen. Na alle kleine hondjes in Azië waren we bijna vergeten dat honden zo groot konden zijn. Sommigen hebben halsbanden of oormerken, maar de meesten zijn volgens ons zwerfhonden. Al zagen ze er vrijwel allemaal heel goed uit. Dit was ons al eerder opgevallen in Turkije. Aan het gedrag van de honden te zien hebben ze ieder hun eigen plekje (restaurants, slagers of privéwoningen) waar ze hun eten krijgen. Een soort gedeelde verantwoordelijkheid. Dit hebben we al eens eerder gezien in de Philippijnen en het lijkt prima te werken.
Na een goede nachtrust zaten we met het hele hotel aan het ontbijt. Met al de 7 gasten die er waren. Het ontbijtbuffet was daar dan ook op aangepast, wat ons deed denken aan het buffet dat we in Indonesië kregen op de Pelni boot. Net als nu was het ontbijtbuffet daar ook afgepast op het (kleine) aantal gasten. Na het ontbijt hebben we uitgecheckt en hebben we Kula achter ons gelaten. Of dat was de bedoeling, maar in tegenstelling tot gisteren was daar eerst een 20 minuten ongeplande rondrit door het oude centrum voor nodig omdat we een afslag gemist hadden en daardoor hopeloos verdwaalden. Maar dat bracht ons wel langs mooie oude Ottomaanse gebouwen. Uiteindelijk zaten we op de hoofdweg en waren we onderweg naar Altinaş. Maar de dag is niet compleet zonder een opgraving, dus halverwege zijn we gestopt bij de ruïne van een Romeinse tempel. Tessa voelde zich niet helemaal oké en is in de auto gebleven toen Hans, Ria en ik naar de Zeus Tempel liepen. Deze stond nog voor de helft overeind en er waren nog veel Romeinse beeldhouwwerken te bekijken. Onder de tempel was een kelder die gewijd was aan Cybele, de goddin van de oogst en de moeder van Zeus. Meteen langs de Zeus Tempel was een Romeins badhuis, maar hier was weinig van over. Van het stadion en amphitheater daar weer langs daarentegen, was nog goed te zien hoe het eruit gezien moet hebben. Het stadion bood plaats aan 20.000 man en het amphitheater aan 13.000 man. Om Tessa niet te lang te laten wachten zijn we vrij snel weer terug naar de auto gelopen. Op de terugweg kwamen we grote groepen ganzen tegen. Die zaten op de weg en gingen voor niks of niemand aan de kant in eerste instantie. Maar als je langzaam dichterbij reed waggelden ze toch van de weg af. Een half uur later was er weer en opstopping. Dit keer door een herder met zijn groep schapen die de volle breedte van de weg nodig hadden. Maar toen die (met loeiende parkeersensoren voor en achter) om de auto heen waren gelopen konden we door. Maar niet verder dan een paar kilometer, want daar vond een kudde koeien het asfalt schijnbaar fijner lopen dan het gras langs de weg. En koeien gingen niet aan de kant. Dus hebben we een alternatieve route door een dorpje gekozen om niet tussen de koeien door te hoeven. Niet dat er op deze route geen koeien stonden, maar minder dus dan slingerde dat er wat makkelijker tussendoor met de auto. Na de koeien hadden we vrij baan naar ons hotel in Altinas, waar we rond 18.00u aankwamen
Foto's: NotAllWhoWanderAreLost9.waarbenjij.nu. 9! Negen. Een nieuw blog voor de foto's, nummer 9!