Tessa en Daan en het busticket mysterie / Jakarta
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
08 Juni 2017 | Indonesië, Batavia
De komende 3 dagen zijn vrij kort samen te vatten: Op het eten na iedere dag om 07.00u, 11.00u en 17.00u, zijn we bezig geweest met blogs typen, slapen, dagboek bijschrijven, patchworken (Tessa's nieuwe reis-hobby), foto's uitzoeken, muziek luisteren en puzzelen. En zo hebben we heerlijk kunnen onthaasten op een vergelijkbare manier als we dat in de Trans Mongolië Express hebben gedaan. Het eten was iedere dag net iets anders op de rijst en kroepoek na, maar het uitzicht was constant hetzelfde: zee. Alleen in de buurt van onze enige tussenstop op een eiland net ten zuiden van Singapore zag je land en andere schepen.
8 juni zijn we om 20.00u uitgerust aangekomen in Jakarta. 2 uur later dan gepland maar dat was geen straf. En na 56 uur is 2 uur ook niks meer. In de 'domestic arrival hall' werd alle bagage gescand, wat een grotere klus was dan we vooraf verwacht hadden. Want Indonesiërs zijn qua bagage net Chinezen, daarmee bedoel ik dat ze hun hele huisraad meenemen als ze gaan reizen. Zo zagen we iemand die 2 matrassen bij zich had, 1 in iedere hand, en een rugzak op z'n rug. Of een man met een pakket van 1 bij 1 bij 0,5 meter op zijn hoofd. Onze opeens heel klein lijkende backpacks vielen totaal niet meer op. Na de bagagescan hebben we ons door het ondertussen bekende woud van taxichauffeurs gevochten en zijn we naar het busstation gelopen, met wat hulp van een heel aardig lokaal mannetje. De bus bracht ons daarna naar centrum Jakarta. In de bus zei een vrouw tegen ons dat onze tickets te duur waren, maar als buitenlander betaal je extra, daar waren we allang achter, dus het verbaasde ons niet. Toen we uit de bus stapte realiseerden we ons pas hoe groot Jakarta is. We wisten wel dat het de hoofdstad is, maar als je vanuit het kleine groene Bukit Lawang komt is Jakarta wel even wat anders. Met een klein stukje lopen zaten we in een restaurantje (voor de wifi) en 20 minuten later waren we te voet onderweg naar ons zojuist geboekte hotel. Tijdens de 1,5 kilometer lopen naar het hotel werden we door iedereen nagekeken op een manier die we sinds we China uit gingen niet meer meegemaakt hadden. Nog een punt waar Indonesiërs op Chinezen lijken. Ook wou iedereen met ons praten. 'Hi sir, how are you sir?!'. Hiermee bedoelden ze zowel mij als Tessa, want ze kenden het woord 'madam' of 'miss' niet bleek nadat ze ook 'sir' zeiden toen Tessa bijvoorbeeld eten bestelde of de weg vroeg. Rond 22.00u lagen we in ons bedje, klaar voor een dagje Jakarta en de nachtbus die we de avond daarop zouden hebben. We moesten die nachtbus nog wel boeken, maar hoe moeilijk kon dat zijn?
De volgende dag werden we net op tijd wakker om het ontbijt in het hotel nog mee te pikken. Toast met jam of pasta, fruit en thee. Wel even lekker na steeds rijst op de boot. Daarna gingen we 'even de bus naar Jogjakarta boeken', zoals we toen nog heel naïef dachten. Als je ooit naar Jakarta gaat en je denkt: 'ik ga met de bus', dan vergeet het maar. Het is alsof het een mythe is. Zo'n verhaal dat je gehoord hebt van iemand die iemand kende die ooit iemand had horen zeggen met de bus gereisd te hebben vanuit Jakarta. Je kansen op het vinden van het Loch Ness Monster zijn groter dan het vinden van een plaats waar ze bustickets verkopen in Jakarta. Ons eerste puzzelstukje om het mysterieuze busticket-verkooppunt te vinden kregen we bij de receptie van ons hotel. Daar werd ons heel optimistisch verteld dat er een winkel was waar ze bustickets verkochten. Sterker nog, die winkel was meteen om de hoek van het hotel! Maar iedereen die ooit een Indiana Jones film gezien heeft weet dat het niet zo makkelijk kon zijn. En dat bleek het ook niet te zijn. Want de winkel waar ze ons zo hoopvol over vertelden bestond niet. Of was in ieder geval niet te vinden. Dus we zijn van daaruit maar naar het busstation gelopen, in de (valse) hoop dat het echt zo makkelijk kon zijn. Maar dit mysterie liet zich niet zo makkelijk ontrafelen, want in het busstation werden we al uitgelachen toen we binnen liepen. Toen we om tickets vroegen werd het gelach alleen maar meer. We hadden net zo goed om de Heilige Graal kunnen vragen, dat had dezelfde reactie opgeleverd. Net buiten het busstation was het treinstation, waar we uit wanhoop ook maar opzoek zijn gegaan naar clues om dit steeds groter wordende mysterie op te kunnen lossen. En een clue vonden we! Er was nog een busstation. Een groter busstation. En daar zouden ze bustickets naar Jogjakarta verkopen. Zou dit de oplossing kunnen zijn? Zouden we na een zoektocht van ondertussen 3 uur de oplossing gevonden hebben? We zouden er snel genoeg achter komen. Of eigenlijk niet snel genoeg, want we waren nog steeds in Jakarta dus de minibus/tuktuk rit naar het tweede busstation deed drie kwartier over de 4 kilometer die we verwijderd waren van wat misschien wel onze oplossing kon zijn. Gespannen maar met goede hoop zaten we geduldig in de tuktuk. Niemand zou iets gezien kunnen hebben van de spanning die langzaam groter en groter werd naarmate we dichter bij onze bestemming kwamen. Toen stopte de chauffeur op een groot plein waar overal kleine en grote bussen geparkeerd stonden, met daar omheen een hele reeks eettentjes. Dit zag er hoopvol uit. 'Pasar Senen' zei hij, wat de naam was van het grote busstation. Dit moest het zijn. Het kon bijna niet anders! Op naar het ticket office. Er was geen ticket office. Er was niet eens een office. Een behulpzaam mannetje zag schijnbaar de paniek in onze ogen en vroeg of hij kon helpen. We zeiden bezig te zijn met het oplossen van een van de grootste mysteries uit de moderne geschiedenis en hij begreep meteen het belang van onze missie. Hij vertelde ons dat we de bustickets naar Jogjakarta op weer een ander station konden kopen, weer een half uur met de minibus/tuktuk verder het onbekende in. Door deze volgende tegenslag zakte ons de moed in de schoenen. Hoe konden wij ook verwachten dit mysterie op te lossen. Wie zijn wij nou? Slechts 2 eenvoudige backpackers met een idee. Daar red je het niet mee in een stad als Jakarta. Nee, dit probleem was te groot voor ons. Misschien zal er op een dag iemand slagen waar wij gefaald hebben, maar tot die dag zouden we genoegen moeten nemen met het alternatief: de trein. Een beetje teleurgesteld dat we na 4 uur toch onze missie moesten staken zijn we naar het treinstation gelopen dat vlak langs het busstation lag en stonden we 15 minuten later met 2 treintickets weer buiten. De trein van die avond zat vol, dus we zaten nog een dag in Jakarta. We hebben dus onze backpacks opgehaald in ons hotel en zijn naar een ander hotel gelopen, dat net om de hoek van ons eerste hotel lag en er beter uit zag. Daar hebben we ingecheckt en zijn we, terugdenkend aan ons korte maar spannende busticket-avontuur, in slaap gevallen.
10 juni ging om 09.30u de wekker, want het ontbijt was tot 10.00u. Al wisten ze bij de receptie niet dat er ontbijt inbegrepen was in de boeking. Gelukkig hadden we de boekingsbevestiging, waar heel netje (in het Nederlands) op stond dat het ontbijt inclusief was. En zo zaten we na een rondje wellus-nietus-wellus-nietus met de receptionist aan een bij-de-prijs-inbegrepen ontbijtje. Na het ontbijt en uitchecken zijn we richting het Bank Museum gelopen. Onderweg zijn we bij een klein eettentje gestopt voor lunch. 'Soep met noodles en ei, alstublieft. Zonder vlees'. En zo zaten we aan een omelet waar noodles in meegebakken waren en een bordje soep waar aan alle kanten botten uit staken, maar waar geen vlees meer aan zat. Maar we konden niet zeggen dat we dat niet besteld hadden, al was alles er zo'n beetje anders aan dan verwacht. Ook kregen we twee rietjes. De omeletten waren lekker, de soep ook, maar de rietjes waren om het merg uit de gebroken botten te zuigen. En om het nog vreemder te maken: Tessa was er van overtuigd dat het honden of katten botten waren. Dit vermoeden werd bevestigd toen we later op internet opzochten of Indonesië honden eet. Dat deden ze, want het was goedkoper dan bijvoorbeeld kip, bief of varkensvlees. Ook lazen we dat deze honden niet gefokt worden, maar in Java van de straat geplukt worden of bij mensen gestolen worden voor hun vlees. Nog een puntje waar Indonesiërs op Chinezen lijken. Voor de duidelijkheid: we hebben het merg niet gegeten. Daarna zijn we naar Bank Museum gegaan. Hier wordt de financiële geschiedenis van Indonesië verteld, maar deze is gekoppeld aan de algemene geschiedenis, waardoor het heel interessant was. Het museum was in het statige bankgebouw dat de Nederlanders er tijdens de kolonisatie gebouwt hebben en wat op zich al een bezoek waard is. Na het museum en na een niet-uit-hondenvlees-of-wat-voor-vlees-dan-ook-bestaande lunch zijn we onze backpacks op gaan halen in het hotel en zijn we weer per minibus/tuktuk naar het treinstation gegaan. Van hieruit ging onze nachttrein om 21.45u naar Jogjakarta. En met 'nachttrein' bedoelen ze hier een trein die 's nachts rijdt. Dus stoelen. Zo kwamen we na een al met al toch redelijke nacht de volgende dag om 06.00u aan in Jogjakarta.
Foto's: NotAllWhoWanderAreLost7.waarbenjij.nu
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley