Jungle!!! / Pak Chong
Blijf op de hoogte en volg Daan en Tessa
23 April 2017 | Thailand, Pak Chong
Na een goede nachtrust (in een bedwantsvrij bed, wat echt een genot is!) waren we om 06.00u op, zodat we om 07.00u weer in de 4x4-tuktuk zaten, op naar het nationaal park. Daar zouden we een volle dag bezig zijn met op verschillende manieren dieren proberen te spotten. De eerste manier was vanuit de tuktuk. Vanaf de ingang van het park naar het gebouw in het midden van het park was een half uurtje rijden, waarin we onze ogen de kost moesten geven. Binnen 5 minuten nadat we het nationaal park in waren gereden zagen we al apen langs de weg zitten. Even verderop stopten we omdat Arnold een neushoornvogel gezien had. Deze konden we, ook weer via zijn telescoop, perfect zien boven in een boom. Arnold vertelde ons dat er een nest in die boom zat met jongen. Buiten de apen en neushoornvogel zagen we vanuit de tuktuk verder alleen het uitzicht over de jungle, wat steeds opnieuw heel bijzonder is. Bij het centrale gebouw in het park hebben we wat gegeten, waarbij we wilde herten zagen die daar aan het grazen waren. Vervolgens zijn we een jungle trekking gaan doen van 3 uur, uiteraard samen met Arnold. Eenmaal in de jungle werd Arnold veel stiller. Waarom werd al snel duidelijk, want hij kon ons dieren aanwijzen die wij zeker gemist hadden. En over die dieren kon hij vervolgens heel uitgebreide informatie vertellen. Tijdens de jungle trekking hoorden we vrij snel al gibbons, die heel herkenbaar zijn door hun harde geschreeuw (gejodel bijna). Wij konden door het geluid inschatten in welke richting de gibbons zaten, maar de gids nam daar geen genoegen mee. Hij ging op het geluid af, zag op een gegeven moment iets wat wij niet zagen, ging het pad af, en 10 minuten later stonden we onder een boom naar boven te kijken hoe de gibbons die we eerder gehoord hadden rustig aan een tak hingen te bungelen. Het was duidelijk dat Arnold wist wat hij deed. Van de 2 gibbons die we zagen was er één zwart en één wit. We waren al lang blij dat we in Laos één gibbon voorbij hadden zien schieten, maar dit was veel duidelijker, veel mooier. Nadat ze weer verder geslingerd waren zijn we terug naar het pad gegaan en zijn we verder gelopen. In de jungle hoorde je constant het geluid van cicada's (spreek je uit als si-ka-da). Cicada's zijn een soort insecten van een centimeter of 3 groot die je soms tegen de stammen van bomen zag zitten. Ze maken een geluid dat ergens iets weg heeft van het geluid dat krekels maken, maar dan harder. Veel harder, vergelijkbaar met het geluid van een cirkelzaag. Je hoorde het vrijwel overal in de jungle. Na 2 uur lopen, waarbij we afdrukken van berenklauwen tegen bomen en omgeploegde planten door langsgelopen olifanten zagen, kwamen we bij een honderden jaren oude boom. Of ons werd verteld dat het één boom was, maar het leken er eerder een aantal. Want de 'stam' van de boom bestond uit een bos van stammen waarvan de meesten niet dikker waren dan je arm. ondanks de in verhouding dunne stammen was hij wel zo hoog als dat je zou verwachten van een honderden jaren oude boom. Het maakte een heel bijzonder en mooi gezicht, vooral tegen de achtergrond van nog meer jungle. En een bijkomend voordeel van heel veel kleine stammen in plaats van één dikke: het maakt voor de ideale klimboom. Of daar kwamen we achter toen we 10 meter boven de grond een route verder naar boven aan het zoeken waren tussen de stammen. Nadat we bij de boom weg liepen duurde het niet lang voor Arnold opeens zei: 'stay here!', waarna hij het pad af ging. Als een soort speurhond die een spoor gevonden had liep hij een stuk de jungle in, gebaarde dat we moesten komen, en volgde onverstoord zijn spoor. Ondanks dat we in eerste instantie niks zagen werd al snel duidelijk wat hij gevonden had: olifantensporen. Of er was een buldozer langs gekomen, dat zou er ongeveer hetzelfde uit gezien moeten hebben: planten omgewalst, takken afgebroken. Na 5 minuten het spoor (van vernieling) gevolgd te hebben stopte hij en gingen we terug. Hij kon de olifant niet vinden. Dat was natuurlijk jammer, maar tegelijkertijd waren we ergens ook opgelucht. Door de dichte jungle kon je misschien 20 meter voor je uit kijken. En als een olifant een spoor achter laat zoals we zagen, wisten we niet of een olifant tegenkomen zo'n goed plan was. Even later hoorde we wel een olifant in de verte, maar die was al een eind weg volgens Arnold. Toen we na ons net-niet-olifanten avontuur weer bij de verharde weg uit kwamen, wat het einde van de jungle trekking betekende, stond daar onze tuktuk op ons te wachten. Van daaruit zijn we richting de waterval gegaan, nog steeds in het nationale park. Maar voor we daar aan kwamen moesten we opeens stoppen, want midden op de weg stond een olifant! Een wilde olifant was uit de jungle gekomen en liep even een stukje op de weg, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Arnold zei meteen dat we in de tuktuk moesten blijven, want olifanten schijnen 40 km/u te kunnen rennen! Maar wat ze ook kunnen, is rustig lopen met een uitstraling van kalmte en rust, ondanks dat het aantal auto's achter hun toeneemt omdat niemand er langs durft. Het zijn echt hele bijzondere dieren. En als je olifanten in de dierentuin gezien hebt is dat indrukwekkend, maar dat is nog niet half zo indrukwekkend dan wanneer er opeens een voor je loopt. Ongeïnteresseerd, rustig, ze hebben zelfs iets koninklijks. Ze zien eruit alsof ze geen vlieg kwaad doen. Maar tegelijkertijd kunnen ze je met tuktuk en al optillen als ze zouden willen. Na een tijdje konden we de olifant toch inhalen en zijn we doorgereden naar de waterval. Daar kregen we eerst wat te eten, want het was ondertussen ook 17.30u. Daarna zijn we eerst naar een stuk van de rivier gegaan, nog niet bij de waterval, waar een krokodil zou zitten. Maar voor we daar waren zag Arnold een slang in een boom zitten. Dus we stopten even tot iedereen hem gezien had door de telescoop. Daarna was het tijd voor de krokodil, die we in eerste instantie niet zagen, maar Arnold zag hem natuurlijk meteen, drijvend in de rivier. We konden hem maar even zien, want op gegeven moment ging hij onder wat begroeiing liggen langs het water en waren we hem kwijt. De laatste stop was toen nog de waterval zelf. Ondanks het hitte seizoen, waardoor bijna alle watervallen droog staan, stroomde er nog wel water van deze waterval. Voor degene die de film 'The Beach' gezien hebben, daar komt deze waterval ook in voor. Na de waterval zijn we per tuktuk terug naar het hotel gebracht, waar we blij waren toen we in bed lagen.
25 april zaten we om 08.00u aan het ontbijt, want om 09.00u moesten we onderweg zijn naar de veerpond die ons naar Koh Chang zou brengen. Koh Chang is een van de vele tropische eilanden van Thailand. Volgens de navigatie was het ruim 7 uur rijden, maar vanwege een keer verkeerd rijden en een paar stops (met ijsjes!) waren we 8 uur onderweg voor we om 17.00u bij de veerpond waren. Deze ging binnen 10 minuten van dat we daar aan kwamen, dus de timing was perfect. En zo zaten we op de boot, onderweg naar het tropisch paradijs dat we in de verte zagen liggen.
Even een leuk feitje tussendoor: 'koh' is Thais voor 'eiland', dus alle plaatsen die met 'koh' beginnen zijn eilanden. En 'chang' betekend 'olifant'. Koh Chang heeft zijn naam trouwens niet te danken aan dat er olifanten voorkomen, want dat doen ze niet, maar omdat het eiland de vorm heeft van een olifantenkop. Al moet je wel wat fantasie hebben om het erin te zien. Verder is er ook een Thais biermerk dat 'Chang Beer' heet. Letterlijk vertaald dus 'olifant bier', wat slaat op de twee olifanten die in het logo staan.
Voor foto's zie link: NotAllWhoWanderAreLost6.waarbenjij.nu
-
08 Mei 2017 - 07:48
Nellie:
Weer een mooi verhaal. Lijkt me prachtig ,zo,n jungle tocht. En grappig niet weetjes op het eind. Groetjes
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley